Mix van dierlijke en kunstmest nodig voor efficiënte productie

Op het webinar werd duidelijk dat er geen tegenstelling moet zijn tussen dierlijke mest en kunstmest. Veehouders pleiten voor een efficiënt gebruik van mest en verwerkte producten. Alleen is het volgens directeur Reinier Gerrits van belangenorganisatie Meststoffen Nederland dan wel van belang om te bedenken dat de stikstof die in dierlijke mest zit, afkomstig is van kunstmest.

De stikstof die in de landbouw binnenkomt, is voor twee derde deel afkomstig van geïmporteerd veevoer en voor een derde deel vanuit kunstmeststikstof. 'En dat geïmporteerde veevoer is het land van herkomst doorgaans ook geteeld met behulp van kunstmest', zegt Peter Jaeken van Belfertil, de Belgische evenknie van Meststoffen Nederland.

Tekort aan stikstof

De dieren eten ruwvoer dat met dierlijke mest en kunstmest is geproduceerd en het geïmporteerde veevoer. Een deel van de stikstof komt in melk, vlees en eieren terecht, een deel vervluchtigt en een deel komt in de dierlijke mest. Die mest is dan weer in te zetten voor de productie van voer en voeding. Maar zonder de aanvulling vanuit kunstmest zou er een tekort aan stikstof en andere meststoffen ontstaan.

Vanuit dierlijke mest komt stikstof lang niet altijd op het juiste moment vrij dat de plant die nodig heeft voor de groei. Met kunstmest is dat op het juiste moment aan te vullen. Dat lukt volgens Gerrits niet met dierlijke mest of met verder verwerkte producten van dierlijke mest.

2030

'Europa heeft een doelstelling om al in 2030 alle verliezen van voedingsstoffen door vervluchtiging of uitspoeling met 50 procent te beperken en daarbij 20 procent minder meststoffen te gebruiken. Het zal lastig worden om dat zonder kunstmest te behalen', zegt de directeur van Meststoffen Nederland.

De kunstmestindustrie zoals die in Nederland en België werkt, is daarbij zelf ook veel efficiënter geworden de afgelopen jaren. Woordvoerder Gijsbert Gunter van Yara Sluiskil laat zien dat de CO2-uitstoot bij de productie van stikstofkunstmest al is gedaald van 6 miljoen ton CO2 bruto naar 3,4 miljoen ton bruto en door hergebruik van CO2 (in bijvoorbeeld kassen) is dat 2 miljoen ton netto. Lachgasemissies zijn er helemaal niet meer. Daarbij is de productie verdubbeld. En het kan verder omlaag naar 0,7 miljoen ton netto in 2030. Maar economisch kan dat nu nog niet uit.