Biggenexport plust dit jaar met een paar procent
De export van biggen is sinds het piekjaar 2020 op zijn retour. Maar toch zijn er dit jaar op 24 november 139.000 Nederlandse biggen meer afgezet bij buitenlandse vleesvarkenshouders dan op datzelfde moment in 2023. Verrassend. Wat is de reden van dit plusje?
De Nederlandse biggenexport kwam over heel 2023 uit op 5,7 miljoen dieren. Tot en met week 47 gingen in dat jaar 5,18 miljoen biggen naar afnemers in het buitenland. Dit jaar waren op datzelfde moment al 5,32 miljoen biggen buiten de Nederlandse grens afgezet, blijkt uit marktcijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Een toename van de biggenexport is niet logisch, gezien de dalende trend van de afgelopen jaren vanwege de krimpende Nederlandse varkensstapel. Eigenaar Kasper Bekker van Saldo Advies Varkenshouderij noemt het een bijzondere ontwikkeling.
'Het aantal productieve zeugen in Nederland zal dit jaar met zo'n 4 procent dalen. Gemiddeld over dit jaar komen we dan uit op 716.000 zeugen, al reken ik op dit moment al met 690.000. In 2019 waren dat nog 877.000 productieve zeugen', laat de adviseur weten. 'Zo'n 187.000 zeugen, ofwel 21 procent van de zeugenstapel, zijn we al kwijt en dat aantal zal komend jaar nog flink verder afnemen.'
De export van biggen is door verschillende ontwikkelingen in disbalans gebracht
Die dalende trend is er ook in het aantal vleesvarkensplaatsen. Vijf jaar terug waren er 6,2 miljoen plaatsen, in 2024 zijn daar nog 5,15 miljoen van over. Dat is een daling van 17 procent, volgens Bekkers becijferingen op basis van het aantal varkensslachtingen in Nederland en de export van vleesvarkens. Daarbij houdt hij een hokbezetting aan van 92 procent per plaats en een uitvalspercentage op vleesvarkensbedrijven van 2,3.
Hogere productiviteit
De productiviteit in de zeugen- en vleesvarkenshouderij is toegenomen. Een zeug is tussen 2019 en 2024 ruim een big (3 procent) per jaar meer gaan produceren. De groei van een vleesvarken over een periode van vijf jaar is gemiddeld zo'n 65 gram per dag hoger geworden; een stijging van 7,5 procent.
In 2024 komt de gemiddelde groei volgens Bekker uit rond de 911 gram per dag. Hierdoor kunnen per vleesvarkensplaats iets meer biggen per jaar worden opgelegd.
Het aantal productieve zeugen is in de afgelopen vijf jaar 4 procent meer gedaald dan het aantal vleesvarkensplaatsen. Ook is de productiviteit in de vleesvarkenshouderij procentueel meer gestegen dan in de vermeerdering.
Logischerwijs zou de biggenexport volgens Bekkers becijferingen verder moeten dalen. 'De export zie ik nog altijd als sluitpost van de afzet van alle in Nederland geproduceerde biggen. Verschillende ontwikkelingen hebben daar blijkbaar een disbalans in gebracht', stelt de adviseur.
'Een zeugenhouder die stopt zal nog maandenlang doorgaan met het op de markt brengen van biggen', beredeneert Bekker. 'Blijkbaar zitten er dit jaar meer vleesvarkenshouders in het afbouwproces wiens leveranciers biggen zijn gaan afzetten op de exportmarkt.'
Hoge kosten
Wat dit jaar ook mee heeft gespeeld, is de combinatie van hoge biggenprijzen en hoge mestafzetkosten, geeft Bekker aan. 'Daardoor hebben vleesvarkenshouders voorzichtiger gehandeld bij het opleggen van biggen en bijvoorbeeld elf in plaats van twaalf dieren per hok opgelegd.'
De adviseur vertelt dat er daarnaast ondernemers zijn die geen vleesvarkens meer hebben opgelegd in verouderde (voergeld)stallen, omdat ze dan onvoldoende goede technische resultaten kunnen behalen.