Het leven van een burger staat ver van dat van een boer af. Kijk ik naar voedselproductie, dan wordt nog duidelijker hoe ver beiden van elkaar zijn verwijderd. Mensen die op het platteland wonen, kennen de voedselproductie uit de praktijk. Ze leven letterlijk dichter bij de natuur en de oorsprong van producten.
Verreweg de meeste burgers kennen de praktijk van de voedselproductie niet. Het houdt ze ook niet bezig. Ze vertrouwen op goede producten en op het vakmanschap van de boeren. Er is ook nog een deel burgers dat het platteland en wat daar gebeurt niet kent, maar een eigen waarheid bedenkt. Hun ideaalbeeld is de wereld van Ot en Sien. Een platteland zoals vroeger. Met een kleinschalige productie. Daar hangt een prijskaartje aan maar dat is voor dit kleine deel van de burgers geen probleem. Ze verdienen meer dan voldoende en kunnen het betalen. Ze kunnen zich er mee onderscheiden in hun stadse wereld.
De boeren zijn zich bewust van hun economische en maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen voor voedsel en natuur. Ze ontkomen er in de huidige wereld niet aan om die op grote schaal in te vullen. Het grootste deel van de burgers wil immers voedsel dat ze van hun modale inkomen kunnen betalen.
Sommige burgers zien de boeren als degenen die 'achterop' lopen terwijl zij zichzelf beschouwen als koplopers en vernieuwers. Niets is echter minder waar. Ten eerste zijn het de boeren die voor vernieuwing zorgen. Ze moeten steeds omschakelen om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen van consumenten over de hele wereld die betaalbare voeding of aantrekkelijke natuur en recreatieruimte willen.
Ten tweede is er een kleine kern burgers die vasthoudt aan oude idealen en de tijd van vroeger. Ze staan er niet bij stil dat de sterk groeiende wereldbevolking nu en in de toekomst te eten moet hebben. Ze roepen daarvoor eerder belemmeringen en hindernissen op. Hun wereld begint en eindigt bij de -dure- superspeciaalzaak in verse producten die garen spint bij dit soort consumenten.
Gelukkig maar dat boeren zich niet helemaal gek laten maken. Anders kregen ze boze burgers over zich heen die klagen over het feit dat er te weinig betaalbaar eten is. Boeren innoveren liever en blijven zich aanpassen. Ook aan de grillen van de burgers. Het zou helpen wanneer die burgers beter begrepen dat de beschikbaarheid van voedsel en natuur geen vanzelfsprekendheid is.
Wedden dat de waarde(ring) ervan en ervoor dan groter zou zijn? Werk aan de winkel dus. Want waardering krijgen we niet voor niets. Die moeten we verdienen. En als ik zie hoeveel initiatieven varkenshouders hiervoor ontwikkelen, komt dat goed. Mits iedereen meedoet…
Marc van der Lee
Directeur Communicatie VION