Lagere kritieke voerwinst

Varkenshouders moeten zorgen voor een lagere kritieke voerwinst, vindt Frank Steenbreker van ABAB. Een gemiddeld zeugenbedrijf heeft nu een kritieke voerwinst van € 600. Dat is de voerwinst die nodig is om aan alle verplichtingen te voldoen. Begrotingen gaan echter uit van een voerwinst van € 500. Een gemiddeld bedrijf heeft dus volgens Steenbreker € 100 te veel nodig en kan niet overeind blijven. Voor vleesvarkensbedrijven geldt hetzelfde. De kritieke voerwinst is € 90 voor een gemiddeld bedrijf, terwijl begrotingen uitgaan van € 80.

Financieringsniveau moet omlaag
Om de kritieke voerwinst te laten dalen moeten de varkenshouders kijken naar de grootste kostenposten. Dat zijn aflossing (24%), rente (16%), mestkosten (15%) en arbeid (13%). Het financieringsniveau van bedrijven zal dus omlaag moeten. Lukt dat, dan is het ook gemakkelijker om een prijsdal te overbruggen.

Op vleesvarkensbedrijven moeten varkenshouders rekening houden met een prijsdal van € 40 op de voerwinst per afgeleverd vleesvarken. Op zeugenbedrijven is dat een prijsdal van € 250 per zeug. De financiering op een vleesvarkensbedrijf mag in de ogen van Steenbreker niet hoger zijn dan zo’n € 350 per plaats. Op een zeugenbedrijf is dat zo’n € 1.700 per plaats.

Ondernemer bepaalt efficiëntie
Dat de huisvesting, de looplijnen en dergelijke bepalen hoe efficiënt je kunt werken, vindt Steenbreker eigenlijk maar een smoesje. Hij stelde op de Ondernemersdag Varkenshouderij van Rijnvallei dat het vooral de ondernemer zelf is die bepaalt hoe efficiënt er op het bedrijf wordt gewerkt. “Het gaat er ook niet om dat je harder werkt, maar slimmer werkt. Dat is belangrijk voor de biggenproductie per uur.”

Arbeidskosten spelen op grote bedrijven een rol
Een groot bedrijf is overigens zeker niet per definitie efficiënter. Uit de cijfers die ABAB bijhoudt blijkt dat een bedrijf met circa 400 zeugen meestal de laagste arbeidskosten heeft. Die komen uit op
€ 4,50 per big. Dat komt omdat een goed georganiseerde ondernemer dit bedrijf vooral met eigen arbeid kan rondzetten. Op grotere bedrijven nemen de externe arbeidskosten toe. Een bedrijf met 1.000 zeugen dat helemaal draait op externe arbeid heeft per big € 9 arbeidskosten, tegen € 6 per big wanneer de ondernemer zelf meewerkt. Grote bedrijven met externe arbeid moeten dus op andere posten minimaal € 3 per big minder kosten kosten maken en/of een hogere prijs voor hun biggen ontvangen.

Een bedrijf met lage arbeidskosten en een lage financiering van bijvoorbeeld € 1.500 per zeug overleeft overigens nog niet zomaar. Als dit bedrijf nog € 1.000 per zeug moet investeren omdat het nog moet omschakelen naar groepshuisvesting en de ammoniakuitstoot nog moet beperken, heeft het een groot probleem.

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    6° / 5°
    10 %
  • Zaterdag
    4° / 3°
    10 %
  • Zondag
    8° / 3°
    10 %
Meer weer