LEI: Inkomen zeugenhouders in de min

De economische tegenwind voor de zeugenhouderij heeft in de eerste 7 maanden van 2015 geleid tot een 60 procent lager saldo in vergelijking met dezelfde periode in 2014. Voor een standaard bedrijf met 600 zeugen komt het saldo dit jaar uit op 104.000 euro ten opzichte van 247.000 euro in 2014. Volgens de LEI-becijferingen voor de maand juli is het saldo van het standaard zeugenbedrijf 6.000 euro. Na aftrek van de overige kosten zoals mestkosten resteert een negatief inkomen.

Over de maand juli bedroeg het saldoverschil volgens LEI bijna 80 procent. De opbrengsten zijn in juli ruim 21.000 euro lager dan vorig jaar. Dit enorme inkomstenverschil komt door de 30 procent lagere biggenprijs. Deze is nu nog geen 33 euro per big en ligt 13 procent onder het langjarig gemiddelde. De export van biggen loopt slecht en gaat gepaard met lage prijzen. In Polen en Duitsland woedt een harde concurrentiestrijd met de Deense biggen. Daar bovenop komt de gedaalde prijs van slachtzeugen (-28 procent).

Aan de kostenkant zijn er enkele kleine meevallers. De opfokkosten van zeugen zijn 12 procent lager en de voerkosten vallen 1.500 euro gunstiger uit dan in juli 2014.

Alleen in 2008 en 2011 was het saldo in dezelfde periode nog lager dan dit jaar. Het wordt volgens LEI een heel slecht inkomensjaar.

Meer cijfers en grafieken op Agrimatie.