ABN Amro pleit voor nieuwe reststromen in varkensvoer
Om de CO2-voetafdruk van varkensvlees te verlagen, kunnen meer onbenutte reststromen worden ingezet voor varkensvoer. Dat zegt Pierre Berntsen, directeur agrarische bedrijven bij ABN Amro.
Reststromen zoals tarwegistconcentraat, aardappelstoomschillen of bierbostel worden al jaren effectief aangewend voor varkensvoer. 'Maar er zijn ook andere stromen die aandacht behoeven en verspilling helpen tegengaan, zoals de snijverliezen in een groentesnijderij, producten die hun uiterste houdbaarheidsdatum overschreden of dierlijke eiwitten uit slachthuizen', licht Berntsen toe.
ABN Amro hield onlangs een seminar over het verlagen van de CO2-voetafdruk van varkensvlees door het gebruik van rest- en nevenstromen uit de voedingsmiddelenindustrie. De bijeenkomst was een vervolg op de publicatie 'Het varken als het ultieme kringloopdier'. 'Albert Heijn wil bijvoorbeeld 45 procent minder CO2 uitstoten in 2030. Dat heeft gevolgen voor de gehele aanvoerketen', zegt de directeur agrarische bedrijven bij ABN Amro.
Vervolgstappen nodig
Volgens Berntsen is het varken bij uitstek geschikt om reststromen van de voedingsmiddelenindustrie en retail te benutten. 'Dat gebeurt al volop', schrijft hij in een publicatie van ABN Amro. 'Bijna de helft van het rantsoen van het Nederlandse varken bestaat uit rest- en nevenstromen. Toch is er ruimte en noodzaak voor vervolgstappen.'
De veevoerindustrie is er volgens de bankdirecteur ook klaar voor. 'De Nederlandse mengvoerindustrie staat bol van kennis over grondstoffen en voeding en is klaar om concreet met de CO2-voetafdruk aan de slag te gaan. Zij kunnen hun klanten informeren over de CO2-afdruk van hun diervoeders en zijn in staat om deze te verlagen door andere grondstoffen te prefereren. Daarnaast zijn veel varkensbedrijven uitgerust met installaties waarmee ze natte reststromen kunnen verwerken. Natte producten hebben als voordeel dat ze doorgaans een lage voetafdruk hebben.'
Voorbereidende stappen
In de praktijk ontbreekt het volgens Berntsen aan de concrete vraag van varkenshouders en een beloning om tot actie over te gaan. 'De vraag is dus eigenlijk: wie wacht op wie? Extra inspanningen worden niet gepleegd als er niet concreet om wordt gevraagd door de afnemer, zeker als dat leidt tot extra kosten. Toch denk ik dat de sector voorbereidende stappen kan nemen.'
De mengvoerindustrie heeft al hard gewerkt aan het verzamelen van data en uniformering, benadrukt de bankdirecteur. 'Denk daarbij aan het delen van transparante informatie over de CO2-voetafdruk van voeders of de introductie van een technisch kengetal als CO2 per kilo groei. Een technisch kengetal voor de varkenshouder kost geen geld, maar geeft hem wel informatie en een stuur in handen.'
De voerindustrie en de varkenshouderij hebben volgens ABN Amro wel een echte concurrent als het gaat om de benutting van reststromen: de productie van groen gas. De wens om meer groen gas te produceren in Nederland en Europa doet de vraag naar restproducten voor gebruik in vergisters toenemen. Daarnaast willen voedingsmiddelenbedrijven hun energiegebruik verlagen via de productie van gas met behulp van hun eigen restproducten.
'De toepassing van reststromen voor energie is minder hoogwaardig dan voor diervoeding en dus ongewenst voor wie de Ladder van Moerman kent. Deze ladder bepaalt dat hoogwaardige toepassing zoals diervoeding de voorkeur heeft boven energieopwekking. Deze bedreiging is eigenlijk alleen politiek oplosbaar', benadrukt Berntsen.