Vijf fasen schema voor TN70

Bij opfok van TN70 gelten ligt de focus op het bereiken van een ideaal gewicht op 8 maanden leeftijd. Omdat de TN 70 een hoge groeicapaciteit heeft, maar minder spek aanzet is het nodig om het voerschema hier op aan te passen. Anders bereiken ze op te jonge leeftijd al een goed gewicht, maar missen dan nog genoeg reserves. Te jong insemineren heeft daardoor nadelen voor de levensduur. De zeug levert dan wel een goede eerste worp, maar heeft te weinig reserves en dat gaat ten koste van de volgende worpen en de levensduur van de zeug.

Het streven moet er daarom op gericht zijn dat de TN 70 op acht maanden leeftijd een gewicht van een 150 tot 160 kilo heeft. Dan kan ze in de eerste worp probleemloos 14 biggen grootbrengen en weer een goede tweede worp leveren.

Het voerschema voor de opfok van de TN 70 kent drie fases. De eerste twee fases krijgt de gelt ruim voldoende energie en eiwit, zodat ze zich goed kan ontwikkelen. In de derde fase is het voer wat minder rijk, zodat de gelt wel genoeg kilo’s kan eten. Het schema is afgestemd op een levend gewicht van 150 tot 160 kilo op 8 maanden leeftijd.

Voor de zeugen heeft Topigs Norsvin een vijf-fase voerschema gemaakt. In de vroege dracht ligt de focus op herstel: opbouw van spek en gewicht van de zeugen en bij de jonge zeugen op verdere ontwikkeling. In de laatste fase van de dracht is de voeding vooral gericht op het verhogen van het geboortegewicht van de biggen.

Voor de overgang van dracht naar zoogperiode adviseert Topigs Norsvin een transitievoer. De verschillen tussen het voer aan het einde van de dracht en het voer in de lactatie zijn simpelweg te groot. Het transitievoer zorgt voor een goede overgang. Het zorgt dat de voeropname op een goed peil blijft en er geen verstopping optreedt. De geboorte en start van de melkproductie verlopen dan ook goed.

Tijdens de lactatie is het belangrijk dat de zeugenhouder de voeropname van de TN70 goed in de gaten houdt. Neemt de zeug te weinig op en verliest ze te veel conditie, dan zal dat nadelen hebben voor de berigheid, het weer drachtig worden en uniformiteit en kwaliteit van de volgende worp. Met name in de laatste zoogweek moet de voeropname hoog genoeg zijn. De ontwikkeling van de eicellen begint dan al.
Na spenen is een flushvoer gewenst. Het hoge aandeel suikers in dit voer stimuleert de berigheid en zorgt voor dat de ontwikkeling van veel uniforme eicellen goed wordt ondersteund.

Bekijk hier de fotoreportage en lees over de ervaringen van fokker Toon Janssen.