Een Tempo vleesvarken kan veel spier aanzetten. “De capaciteit voor eiwitaanzet is tegenwoordig net zo hoog als bij een Piétrain”, merkt Marcel Schennink, adviseur bij AgruniekRijnvallei in de praktijk. “Ook Tempo’s moet je daarom veel eiwit voeren.”
De fokkerij-organisaties selecteren niet alleen de eindberen op mager vlees, maar letten daar ook op bij de zeugen. De capaciteit voor eiwitaanzet van de vleesvarkens neemt hierdoor steeds verder toe. Schennink: “Wil je dat potentieel benutten dan moet je goed verteerbaar voer met genoeg eiwit aan de vleesvarkens geven.”
De Tempo heeft daarbij het voordeel dat ze 150 tot 200 gram meer kunnen vreten dan een Piétrain. Daardoor krijgen ze meer eiwit binnen. “Dat met je dan ook terugzien in een flink hogere groei. Anders kom je met de voederconversie niet weg.”
Toen Pascal Bongers overstapte van Piétrain naar Tempo werd de samenstelling van het brijvoer niet aangepast. Het bleef op het hoogwaardige Piétrain-niveau staan. Dat resulteerde in een stijging van de groei van 800 naar 900 gram per dag. De EW-conversie bleef gelijk op 2,63.
Volgens Schennink is het nu zaak om te kijken waar het nog beter kan: een hogere groei of betere voederconversie. “In principe is een hogere groei nog efficiënter, omdat je minder onderhoudsvoer nodig hebt. Maar als de vleesvarkens nu al op 15 tot 16 millimeter spek zitten, dan zal de efficiëntie bij een hogere groei dalen. Bij Bongers is dat nog niet het geval. De spekdikte van de vleesvarkens zit nu op 13 millimeter. We kunnen dus de groei nog wel verder verhogen en de voederconversie goed houden. We gebruiken daarbij het uitgebreide Groeimodel van Trouw Nutrition. Dat houdt niet alleen rekening met genetica en voer, maar bijvoorbeeld ook met klimaat en gezondheid.”
De groei en voederconversie van vleesvarkens kan niet altijd beter. Bij een minder goede gezondheid en bijvoorbeeld bij hitte in de zomer lukt dat zomaar niet. Ook het voersysteem en de economie speelt mee. “Wil je met een Piétrain boven de 800 gram groei uitkomen dan moet je onbeperkt droogvoer gaan voeren”, zegt Schennink. “Wil je nog meer, dan loop je tegen de beperking van het maagdarmkanaal aan, dat kan niet meer voer verwerken. De voerkwaliteit moet dan nog hoger en het is de vraag of dat economisch nog wel uit kan.”
Bekijk ook de beeldreportage bij Pascal Bongers.