Bij varkens is er waarschijnlijk een verband tussen het ‘geluksstofje’ serotonine en varkens die gaan staartbijten. Dat blijkt uit de eerste resultaten van een onderzoek door Lisette van der Zande, van Topigs Norsvin. Uitselecteren van varkens met lage serotonine-niveaus zou mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van staartbijten.
Op termijn zal het couperen van staarten in de hele EU en ook in Nederland verboden worden. Het is belangrijk dat de varkens ook dan nog steeds goed kunnen produceren. Het Robuustheid en Welzijn onderzoeksplatform van Fokkerij-organisatie Topigs Norsvin heeft deze uitdaging opgepakt en kijkt hoe ze hieraan een bijdrage kan leveren.
Het lastige bij staartbijten is dat de slachtoffers wel duidelijk zichtbaar zijn, maar dat de daders moeilijk zijn op te sporen. Dat zou bijvoorbeeld vragen om 24-uurs camera-toezicht. Daardoor is het ook lastig om daders uit te selecteren en is dit niet in de fokkerij te gebruiken.
Daarom heeft Van der Zande gekeken naar andere methoden gezocht om de daders te onderscheiden van de slachtoffers. Ze heeft gekeken of er stoffen in het bloed van de dieren te vinden zijn die een aanwijzing kunnen geven. Daarbij vond ze de stof serotonine, een signaalstof (neurotransmitter) die een gevoel van gelukzaligheid geeft bij mensen. Een gebrek aan dit stofje heeft een link met depressies en obsessief gedrag en bij pluimvee is er al een relatie gevonden met verenpikken.
Ook bij varkens lijkt er een verband te zijn tussen het serotonine-niveau en staartbijten. Van der Zande onderzoekt nu of het mogelijk is om varkens met lage serotonine-niveau uit te selecteren. Samen met verbeteringen in de omgeving kan hierdoor hopelijk het staartbijten in de toekomst worden voorkomen.
Het onderzoeksproject wordt nu vervolgd op Paradise Valley, het topfokbedrijf van Topigs Norsvin in Winnipeg. Daar zullen de gegevens van 12.000 gespeende biggen worden verzameld. Hierdoor moet duidelijk worden welke invloed zaken geboortegewicht, geslacht en worpgrootte op het ontstaan van schade aan de staart heeft. Dit moet samen met het onderzoek naar het serotonine-niveau meer inzicht geven in de moeilijk aan te pakken eigenschap van staartbijten.