Markervaccin tegen Afrikaanse varkenspest in aantocht

Een vaccin vinden dat goed beschermt tegen Afrikaanse varkenspest, is tot nu toe nog niet gelukt. Vaccins die zijn gebaseerd op de geïnactiveerde (gedode) ziekteverwekker, beschermen niet goed. Het gebruik van levend geattenueerde (aangepaste, verzwakte) vaccins blijkt meestal niet veilig genoeg. Ze kunnen toch nog ziekteverschijnselen veroorzaken. Ook onderzoek met vaccins waarbij bepaalde delen van de genetische code zijn verwijderd, leveren nog geen goed resultaat. Het is niet duidelijk welke delen het beste verwijderd kunnen worden.

Acht ziekteverwekkende onderdelen

Het onderzoek op het Pirbright Instituut heeft zich nu gericht op de belangrijkste ziekteverwekkende onderdelen (antigenen) van het Afrikaanse varkenspestvirus. Het gaat om acht antigenen die ze hebben ingebracht in een ander onschadelijk virus. Daarmee zijn de varkens dan gevaccineerd.

Het virus vermenigvuldigt zich in het varken en het varken maakt als reactie dan antistoffen tegen de acht antigenen van Afrikaanse varkenspest. Tevens herkent het immuunsysteem de acht antigenen en dat blijkt voldoende om het hele Afrikaanse varkenspestvirus te herkennen.

100 procent bescherming

Dit experimentele vaccin blijkt goed te werken. Bij een test werden de varkens na de vaccinatie bewust besmet met een hoge dosis van het Afrikaanse varkenspestvirus. Normaal zouden de varkens dat niet overleven, maar nu overleefden wel alle varkens.

Het vaccin was verder veilig toepasbaar, al toonden een paar varkens wel lichte ziekteverschijnselen na de vaccinatie

Markervaccin

Groot voordeel van het vaccin dat het Pirbright Instituut heeft ontwikkeld, is dat het ook een markervaccin is. Het kan dus worden ingezet bij de bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij varkens. De gevaccineerde varkens zijn te onderscheiden van varkens die ziek zijn door het veldvirus van de Afrikaanse varkenspest.

Er is nu nog direct een werkend vaccin. Het Pirbright instituut gaat nog verder onderzoek uitvoeren naar de werking van de acht antigenen of dat er nog andere antigenen zijn die de effectiviteit van de vaccinatie versterken. Ook zal het instituut nog onderzoeken of een herhaling van vaccinatie nodig is. Voor toepassing van het vaccin bij wilde zwijnen zal er verder nog gezocht moeten worden naar een vorm van orale toediening.