Op de valreep nog mest uitgereden
De wettelijke mestuitrijperiode op grasland op alle grondsoorten is per 1 september geëindigd. Het verzoek tot verlenging van de uitrijperiode is door minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) afgewezen. Op 31 augustus is daarom nog op menig grasperceel mest uitgereden.
De afgelopen maanden was het uitrijden van mest niet of beperkt mogelijk door het gebrek aan regen en de hoge temperaturen. Door de droogte hebben veel graspercelen aanzienlijk geleden. Onder meer LTO Nederland diende een verzoek in tot verlenging van de mestuitrijperiode. Dit verzoek acht het ministerie van LNV op basis van een advies van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) niet verantwoord om milieukundige redenen.
Het uitrijden van mest na 1 september leidt tot een verhoogd risico tot uitspoeling van stikstof. Een verslechterde waterkwaliteit is hier het gevolg van. De enige maatregel om de stijging van nitraatuitspoeling te verkleinen, is het niet uitrijden van dierlijke mest in of na een periode van grote droogte.
Bij bemesting is het hanteren van een goede landbouwpraktijk noodzakelijk voor de waterkwaliteit. Als de volledige gewasgroei lager is, wordt er bij een goede landbouwpraktijk rekening gehouden met een kleinere nutriëntenbehoefte.
Geen uitstel inzaaidatum
Het verzoek voor uitstelling van de inzaaidatum van een vanggewas na de teelt van mais (voor 1 oktober) is eveneens afgewezen door het ministerie van LNV. Dit komt doordat een volggewas minder achtergebleven stikstof kan opnemen door de latere inzaai, aldus het advies van CDM.
Wel mag tot 15 september op bouwland ongeacht grondsoort nog drijfmest worden uitgereden, mits wordt voldaan aan specifieke voorwaarden.