'Niet bang zijn voor koude nachten'

In het buitenland hoor ik varkenshouders nooit over de temperatuurschommelingen, ook al zijn die in de noordelijke landen vaak nog groter dan bij ons. Een goed systeem maakt menselijk ingrijpen omdat het in de nacht koud is en overdag warm is niet nodig. De kleppen in de nacht dichtzetten en overdag openen, kan juist bij het openzetten problemen geven als de varkens het dan eigenlijk al te warm hebben en ineens weer afkoelen.

Waarom zijn er in het voor- en najaar in Nederland dan vaak wel geregeld problemen met het klimaat in de stal? Omdat er bij de bouw van de stal en de aanleg van het klimaatsysteem fouten zijn gemaakt, hoor ik dan van de diverse klimaatdeskundigen die Nederland rijk is. We worden bijna nooit uitgenodigd bij het maken van de bouwtekening, zeggen ze dan. Als er in eerste instantie een goed systeem is gekozen, wordt daar bij de bouw vanwege de kosten toch nog geregeld vanaf geweken. Tja...

Een belangrijke oorzaak van problemen door grote temperatuurwisselingen overdag en 's nachts is als het daarbij tegelijk waait. Als het systeem niet goed is aangelegd en wind het klimaat kan verstoren, dan zorgen temperatuurwisselingen voor gezondheidsproblemen door tocht. Door de onrust die tocht veroorzaakt, leidt dat bovendien ook nog eens tot bijterij. Dus met de deadline voor de overgang naar de krulstaart in 2030 is aanpakken van het klimaatsysteem noodzakelijk.

Naast de noodzaak om de invloed van de wind aan te pakken, lijkt het, kijkend naar de noordelijke landen, een goed idee om te gaan werken met een onderkruip voor de jonge dieren. Zowel in de kraamstal als bij de gespeende biggen is dat gemeengoed in die landen. De biggen kunnen dan een lekker warm klimaat opzoeken en voor de zeugen in de kraamstal kan het bijna niet te koud zijn. Als die 9 kilo of meer voer nodig hebben, is een temperatuur van 18 graden voor hen al ruim voldoende.

John Lamers
Redactie Varkens