Argentinië in potentie varkensspeler van wereldformaat
De Argentijnse varkenssector is booming business. De productieomstandigheden in de Zuid-Amerikaanse land zijn ideaal, er is ruimte genoeg en het vakmanschap op de grote bedrijven ligt al op een hoog niveau.
Wie naar de kaart van Argentinië kijkt, ziet dat het op een na grootste land van Latijns-Amerika uiteenvalt in twee soorten gebieden: het hoger gelegen westelijk deel en het vlakkere oostelijk deel, waarin de hoofdstad Buenos Aires ligt. Op de kaart kleurt dat oostelijk deel groen en dat is ook precies wat het in werkelijkheid is.
Op deze vruchtbare grond is genoeg veevoer te verbouwen. Dat maakt het gebied bij uitstek geschikt voor de varkenshouderij. Er komen twee, vaak wel drie oogsten per jaar van een perceel. De belangrijkste varkensproducerende regio's liggen rondom de hoofdstad in de provincies Buenos Aires, Córdoba en Sante Fe.
Gewassen verkopen
Het is verleidelijk om gewassen nu niet aan het eigen vee te voeren, maar te verkopen op de wereldmarkt. Dat levert harde dollars op. Argentijnen zijn daar onder invloed van de door inflatie geteisterde economie niet ongevoelig voor. Dat gebeurde in de periode 2006 tot en met 2008 ook en daar ligt de oorsprong van de huidige varkenshouderij.
In Argentinië produceert slechts 2 procent van de zeugenbedrijven 40 procent van de vleesvarkens. Deze grote bedrijven behoren ook technisch tot de top en kunnen voor wat betreft technische resultaten concurreren met Nederlandse bedrijven.
'Rundveehouders deden in de periode 2006 tot en met 2008 de koeien weg en gingen op hun land graan verbouwen', zegt voorzitter Adolfo Franke van de Argentijnse Associatie van Varkenshouders (AAPP). 'Ze gingen er toen ook varkens bij houden, omdat dat een ideale combinatie was met de gewasproductie.'
Verdubbelen
Dat speelt nu niet, want de groeiambities zijn groot. Dit staat te lezen in het strategisch plan dat de sector vorig jaar presenteerde aan de overheid. De huidige zeugenstapel moet tot 2030 bijna verdubbelen naar 700.000 zeugen.
Het aantal geproduceerde kilo's vlees per zeug per jaar – de manier waarop de Argentijnen hun productiviteit uitdrukken – moet in 2030 gemiddeld 3.000 kilo zijn. Dat was in 2020 gemiddeld nog 1.826 kilo per zeug per jaar. Dit leidt tot een productie van ruim 2,1 miljoen ton varkensvlees in 2030. In 2020 was dat nog net geen 650.000 ton.
Echte vleeseters
Een groot deel van dat vlees zal zijn weg vinden op de binnenlandse markt. De Argentijnen zijn met 110 kilo vlees per hoofd van de bevolking per jaar echte vleeseters. Een goedkoper alternatief voor rundvlees wordt met open armen ontvangen.
Aten de Argentijnen tien jaar geleden nog 5 kilo varkensvlees per hoofd van de bevolking per jaar, in 2020 is dat al gestegen naar ruim 14 kilo. De promotiecampagne 'Vandaag Varkensvlees' heeft hieraan bijgedragen. In 2030 moet het volgens plan ruim 26 kilo zijn.
In Argentinië heeft de top 20 van zeugenbedrijven zich verenigd in Gitep. Deze bedrijven wisselen kennis en resultaten uit. Zij produceren gemiddeld al 3.000 kilo vlees per zeug per jaar, wat overeenkomt met 26 afgeleverde vleesvarkens per zeug per jaar. Doel is de middengroep van bedrijven mee te krijgen in deze optimalisatieslag en deze bedrijven ook te laten groeien. Daarnaast moeten nieuwe geïntegreerde ketens ontstaan.
China
Ook de exportmarkt lonkt. Er wordt nu nauwelijks geëxporteerd, maar in 2030 zou 800.000 ton de grens over moeten. De ogen zijn hierbij vooral gericht op China en de interesse is wederzijds. De Argentijnse overheid sloot in 2020 zelfs een deal met China voor de productie van varkensvlees op Argentijns grondgebied.
De Chinezen zouden zorgen voor de infrastructuur, de Argentijnen leveren het vlees terug. Maar onder protest van de lokale bevolking in de aangewezen regio's is de beslissingsbevoegdheid over het opzetten van deze integraties overgedragen aan de provincies.
De Argentijnse varkenssector heeft gemengde gevoelens bij China. De exportkansen zijn groot, maar de sector houdt de productie graag in eigen hand. 'Ik begrijp dat de Chinezen gebruikmaken van de politieke en economische wanorde in ons land om positie te krijgen', zegt Franke.
'De kosten voor het verbeteren van de infrastructuur zijn hoog. Vanwege de instabiele economische en politieke situatie hebben varkenshouders sinds 2018 eigenlijk niet meer geïnvesteerd in groei. Toch zie ik buiten wat politiek geladen berichten nog weinig concrete Chinese inmenging.'
Federatie oprichten
Om vanuit sectorbelang te kunnen inspelen op de kansen die er liggen, wordt er gewerkt aan de oprichting van de Federación Porcina. Deze federatie moet de belangen van varkenshouders in de diverse regio's behartigen. Hoe meer varkens een regio heeft, hoe zwaarder de stem van die regio in de uitvoering van die plannen. De federatie moet binnen enkele maanden operationeel zijn.
José María Dodds is aangesteld om de oprichting van de federatie in goede banen te leiden. 'Het plan kent vier focusgebieden', legt hij uit. 'Ketensamenwerking, productieoptimalisatie, markt, afzet en omgeving en gezondheid en welzijn.' Dodds is niet afkomstig uit de varkenssector en kijkt daarom met een onafhankelijke blik naar wat er nodig is.
Stem richting overheid
'Het is een uitdaging om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen', legt Dodds uit. 'Maar varkenshouders moeten zich verenigen om niet tegen elkaar uitgespeeld te worden en ook stem te hebben richting de overheid.'
Want de productieomstandigheden mogen dan optimaal zijn, de economische en politieke instabiliteit zijn de grootste groeivertragers. De mogelijkheden om financiering te krijgen zijn beperkt, rentepercentages van 15 procent zijn niet ongewoon en de belastingdruk is groot.
Ook Franke, zelf eigenaar van een gesloten bedrijf met achthonderd zeugen, ziet de overheid zelf als de grote beperkende factor. Dan gaat het niet om milieuwetgeving, maar om het economisch klimaat.
'Het beleid is niet consistent. De btw-regels zijn zodanig dat een investering een belastingopslag kent van 19 procent. Hierdoor ontstaan belastingsaldi voor ons als producent die niet te gelde zijn te maken. Er is veel lobbywerk nodig om langetermijndoelen te kunnen borgen.'
Kijken naar Nederland
In de tussentijd ligt de focus op de primaire bedrijven vooral in optimaliseren van de bedrijfsvoering om cash te genereren en die te kunnen herinvesteren in groei. Daarnaast is er grote interesse in het neerzetten van geïntegreerde slachtcapaciteit. Bij alles kijkt de de Argentijnse varkenssector naar Nederland.
'De Nederlandse varkenssector staat bekend om optimalisatie en efficiëntie', zegt Pepijn Verhey. Hij verbindt met zijn bedrijf Agrivalue Nederlandse bedrijven aan de Argentijnse markt. In 2009 maakte hij al een businessplan voor een Nederlands bedrijf dat wilde investeren in een Argentijnse varkensintegratie. Daaruit bleek hoe kansrijk de Argentijnse sector is, maar ook dat die nog in de kinderschoenen stond.
Consortium
'De afgelopen tien jaar hebben boeren enorm geherinvesteerd in groei en professionalisering. De top 20 van Argentijnse varkenshouders zou in Nederland niet misstaan', stelt Verheij. Een handelsmissie in 2018 was de eerste concrete stap naar een Argentijns-Nederlandse samenwerking op ketenniveau. Er een consortium gevormd van elf Nederlandse bedrijven, die de Argentijnse varkenssector helpen verder te optimaliseren.
Dit consortium, Gitah Porcino, biedt een geïntegreerde oplossing aan voor het versterken van de Argentijnse varkensketen. Van het bouwen van turnkeystallen inclusief benodigde inrichting tot het opzetten en optimaliseren van de slachtcapaciteit inclusief bijbehorende kennisoverdracht en training. Het consortium bracht begin maart een bezoek aan Argentinië om zich te presenteren tijdens de vakbeurs Avicola en Porcinos in Buenos Aires.
NL Paviljoen
Met steun van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland presenteerden de bedrijven zich in een NL Paviljoen. De belangstelling van de Argentijnen was overweldigend. 'Als ik had gewild, had ik twee weken langer kunnen blijven om op verschillende locaties te analyseren hoe de slachtcapaciteit kan worden vergroot en verbeterd', zegt Roel van der Zanden van VDZ Trading, een bedrijf dat handelt in gebruikte en nieuwe slachtlijnen en daar ook bij adviseert.
Is de Argentijnse varkenssector een bedreiging of een kans voor de Nederlandse varkenssector? 'Ik zou het vooral als kans zien', zegt Verheij. 'Nederland heeft altijd varkens en vlees geëxporteerd. Maar export van kennis en technologie voegen ook waarde en bestaansrecht toe aan de Nederlandse varkensketen.'
Daarnaast gaat het merendeel van de varkens en het vlees vanuit Nederland naar hoogwaardige afzetmarkten in de Europese Unie, vervolgt Verheij. 'Daar is Argentinië nog lang niet.'