Huub Fransen en Arthur Gerrits blijvende voerspecialisten
De markt waarin mengvoerproducerend Nederland zich beweegt, is dynamisch en krimpend. Over tien jaar zijn vijftien van de huidige zestig echte fabrikanten van veevoeders over, voorspellen eigenaren Arthur Gerrits en Huub Fransen van Fransen Gerrits. 'Als diervoederspecialist koersen wij er strategisch op om bij die blijvers te horen. In 2032 zijn we 135 jaar actief in dit vak.'
Eigenaren Arthur Gerrits en Huub Fransen van veevoerproducent Fransen Gerrits stralen rust en vertrouwen uit, ondanks de politieke en maatschappelijke druk op het verkleinen van de veesector in Nederland, de enorme impact van de oorlog in Oekraïne en in mindere mate de coronapandemie. Beiden hebben bij de start van hun carrière in de mengvoerwereld een vuurdoop ondergaan.
'Op 4 februari 1997 startte ik bij Gerrits-Jans Veevoeders in De Rips en diezelfde dag brak klassieke varkenspest uit in deze Brabantse regio', blikt Gerrits terug. 'Dat heeft enorm veel indruk op mij gemaakt. Ik leerde meteen met tegenslagen om te gaan, maar ook dat ondernemende familiebedrijven een enorme veerkracht hebben', licht hij toe.
Fransen stond toen op het punt te beginnen bij diervoederproducent Nutreco en was betrokken bij de organisatie van het 100-jarig bestaansfeest van het ouderlijk mengvoerbedrijf in het Brabantse Erp. 'Dat eeuwfeest is toen natuurlijk afgeblazen', zegt hij. 'Nu, 25 jaar later, is er weer heel wat aan de hand. Maar dat belet ons niet om het 125-jarig bestaansfeest te organiseren. Met medewerkers, klanten, toeleveranciers en buurtbewoners zo'n jubileum vieren maakt deel uit van samen geloven in en gaan voor de toekomst.'
Onze voerexperts vormen een verbindende schakel tussen de stal en de voerfabriek
Biedt een crisis kansen?
Fransen: 'Jazeker. Sinds de varkenspestcrisis is er ontzettend veel veranderd. Veel varkenshouders stopten, ondernemende veehouders hebben ingezet op schaalvergroting en efficiënt produceren en het hygiënebesef is gegroeid. Als ondernemende voerspecialist zijn wij met de markt meegegroeid onder meer door bedrijven te integreren die bij onze visie en in onze bedrijfscultuur passen. Onze omzet in tonnen diervoeders is nu vier keer zo groot als toen.'
Gerrits: 'Het aantal mengvoerleveranciers in Nederland is gedaald en zal de komende tien jaar verder krimpen. Op dit moment zijn er nog geen zestig echte diervoederfabrikanten. In 2032 zullen er in de bulkmarkt nog vijftien mengvoerbedrijven actief zijn.'
Hoort Fransen Gerrits bij die blijvers?
Fransen: 'Ja, wij stippelen onze strategie uit en koersen daarop. We verwachten dat de omvang van de veestapel de komende jaren afneemt en dat de schaalvergroting nog wat doorzet, maar er blijft een sterke veehouderij en periferie in Nederland. Wij spelen daarop in door ons werkgebied in Zuid-Nederland en Vlaanderen verder uit te breiden.'
Gerrits: 'In mijn tijd als mede-eigenaar heb we vier fabrieken afgestoten en zijn onze productielocaties efficiënter gemaakt. Daarnaast zijn we altijd op zoek gebleven naar vruchtbare samenwerking. Vorig jaar zijn we een samenwerking aangegaan met specialist in varkensvoeders Fierens Mengvoeders in het Belgische Temse. Sinds april werken we intensief samen met Theeuwes Mengvoeders in het West-Brabantse Ulicoten. Hierdoor groeien we naar vijf productielocaties en krijgen we er naast onze corebusiness varkens, rundvee en konijnen de diergroep geiten bij.'
Wat is afgelopen jaren fundamenteel anders geworden bij de mengvoerproductie?
Gerrits: 'Jarenlang ging het over de samenstelling van voeders, de optelsom van de losse voercomponenten. De laatste vijftien jaar is het belang van optimaal processen van de grondstoffen erbij gekomen. Het goed toepassen van verschillende technieken en strak automatiseren helpen mee om het voer steeds efficiënter door dieren om te laten zetten in voedsel. De resultaten zijn beter en voorspelbaarder.'
Fransen: 'De aandacht voor kringlooplandbouw. De landbouw is per definitie circulair: sinds jaar en dag verwerkt de veehouderij grote productstromen van de humane levensmiddelenindustrie. Daarnaast is veel landbouwgrond alleen te benutten voor de teelt van gras of granen voor het vee. Voertarwe is iets anders dan baktarwe. Alleen hebben we die punten als sector moeilijk tussen de oren kunnen krijgen bij politici, actiegroepen en Nederlandse burgers.'
Wat is er in de afgelopen 25 jaar bereikt?
Fransen: 'Met maatwerk in varkensvoeding en inspelen op verschillende genetica en veranderende productieomstandigheden in de varkenssector zijn we toch in staat om de voerconversie te verlagen. Waar mijn vader vroeger nog sprak over ruim 3 kilo voer per kilo groei, is de voerversie nu rond de 2,5 en gaan de topbedrijven richting de 2. Die ontwikkeling blijft doorgaan, ook al zou het in de Europese Unie mogen inzetten van genetische modificatie een flinke sprong in duurzaamheid op kunnen leveren.'
Gerrits: 'Door bij de varkensvleesproductie steeds zuiniger om te springen met grondstoffen is steeds minder teeltoppervlakte en zijn minder transportbewegingen nodig. Ook is de mestproductie per dier erdoor gedaald. Als in de hele wereld varkens net zo efficiënt zouden worden gehouden als in Nederland, dan zou dat een giga besparing opleveren en een impuls voor de mondiale duurzaamheid.'
Hebben familiebedrijven de toekomst?
'Jazeker', klinkt het volmondig.
Fransen: 'Wij denken en handelen net als boerenbedrijven in generaties. Ondernemingen acteren meer in jaren.'
Gerrits: 'Ook kenmerkend is de hechte binding met het bedrijf. Wij staan op de werkvloer tussen het personeel en kennen al onze medewerkers. Op zijn tijd springen we in de auto om klanten te bezoeken. Wij zijn ondernemend met de boer.'
Waarmee is het verschil te maken?
Gerrits: 'Wij zijn voerspecialisten en focussen op kennis van het goed voeren van dieren. Onze buitendienst bestaat uit voerexperts. Zij vormen een onmisbare verbindende schakel tussen de stal en de voerfabriek. Ze zijn op de hoogte van actuele ontwikkelingen in de grondstoffenmarkt, optimalisaties en weten wat er schuilgaat achter technieken in de fabriek.'
Fransen: 'Ook met maatwerk is het verschil te maken. Wij kunnen voor elke situatie voeroplossingen maken behalve in de biologische sectoren, omdat we die voeders niet produceren.'
Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor u?
Gerrits: 'Positieve pr voor de sector is en blijft broodnodig. Ook merken we dat het steeds moeilijker wordt om goed personeel te vinden. Het vinden van goede in- en verkopers, operators en chauffeurs is lastig. Omdat we onze fabrieken ver hebben geautomatiseerd, zijn minder productiemedewerkers nodig, maar die moeten wel meer expertise bezitten. Van onze adviseurs wordt ook steeds meer verwacht.'
Fransen: 'Over de grenzen kijken en met partners iets opbouwen. Blijven leren en innoveren. Zo zijn we betrokken bij het project 'Grassa' om eiwitten uit gras te kunnen benutten voor varkens. Letterlijk over de grens hebben we een melkveeproject in Marokko. Daar helpen we met onze voerexpertise om de melkproductie op te schroeven. Zulke zaken maken het werk extra leuk.'