Deense verwerker varkensvlees reorganiseert
Danish Crown gaat de bakens verzetten om omgerekend ruim 50 miljoen euro aan kosten te besparen. De eerste stap is het schrappen van 150 kantoorbanen, waarvan twee derde deel in Denemarken. De varkensvleesmarkt is in korte tijd radicaal veranderd en laat de Deense vleesverwerker geen andere keus.
In de vroege zomer van 2021 draaide Danish Crown op volle toeren met de export naar Azië en waren de prijzen voor varkensvlees wereldwijd aantrekkelijk. Covid-19 en de forse groei van de Chinese varkensproductie hebben een vrij abrupt einde gemaakt aan de export naar China. Waar gerekend was op vier tot vijf goede varkensjaren, zijn er dat slechts twee geworden. De Russische invasie van Oekraïne en de oplopende inflatie en dalende consumentenvertrouwen deden de vleesverkoop geen goed. Massale vraag en historisch goede prijzen voor varkensvlees hebben inmiddels plaatsgemaakt voor terughoudende consumentenaankopen en lage exportcijfers naar de aantrekkelijke markten buiten Europa.
Marktontwikkeling kan Danish Crown niet veranderen, maar we de kostenstructuur van de organisatie. ‘Om onze concurrentievermogen te versterken en kapitaal veilig te stellen voor de geplande investeringen, heeft het management de gehele bedrijfsvoering herzien met als doel kosten te besparen en processen en functies nog beter te stroomlijnen’, zegt Jais Valeur, Group CEO van Danish Crown. ‘Het komende half jaar gaan de groepsstructuur vereenvoudigen en voegen bijvoorbeeld buitenlandse verkoopmaatschappijen samen. Klanten mogen er geen hinder van ondervinden en zal de organisatie ruim 50 miljoen euro lagere kosten hebben.’
Buitengewone marktsituatie
Valeur geeft aan dat de buitengewone marktsituatie het bedrijf echt geen andere keus heeft. ‘Kosten, efficiëntie en een strakke toeleveringsketen van boer tot consument staan absoluut centraal in de markt waarin we ons nu bevinden.’
Wat er in de fabrieken en slachthuizen van Danish Crown gaat gebeuren, zal grotendeels afhangen van de marktontwikkelingen. In Duitsland is al het een en andere in gang gezet. Wel wil Valeur benadrukken dat de ‘Feeding the Future’-strategie en de investeringen die ze onder andere in het Verenigd Koninkrijk zijn gestart niet zullen veranderen.
Lastig op Europese markt
Ook geeft Valeur aan dat het deel van de productie dat ze als grondstof in Europa kunnen verkopen, niet groot genoeg zijn. ‘De hogere kosten die de Deense varkenshouderij moet maken om zaken in Europa te kunnen doen kunnen we onvoldoende compenseren.
Of we moeten onze vleesproducten verfijnen tot eindproducten die verkocht worden aan de detailhandel en foodservice of we moeten onze producten verkopen op markten die voornamelijk buiten Europa liggen, waar de Deense kwaliteit en historie een aanzienlijke meerprijs kan opleveren. Maar op deze afzet in derde landen worden we momenteel flink uitgedaagd.’