Natuurlijk zijn er allerlei middelen die helpen om het gebruik van antibiotica te verlagen. Dat bleek onlangs duidelijk uit de inleidingen op het Symposium Antibiotica. Hoezo geen alternatieven?!
Er zijn allerhande alternatieven en die worden ook al gebruikt. Sinds de amgb’s zijn verdwenen zitten er allerlei plantenextracten zoals korte en middellange keten vetzuren in het voer. Plantenextracten zijn echt geen lachertje. Vergeet niet dat antibiotica oorspronkelijk gewoon natuurlijke geneesmiddelen zijn, die afkomstig zijn uit een schimmel. Wetenschappers hebben één van de werkzame stoffen uit die schimmel gehaald en dat stofje hebben zij vervolgens chemisch nagemaakt. Dat is het enige wat er is gebeurd.
Niet alleen een betere darmgezondheid via pre- en probiotica is van belang, ook een schone omgeving. Met probiotica en oplosmiddelen kan de biofilm op muren, stalinrichting en in waterleidingen worden verwijderd. Logisch dat je dat doet natuurlijk, want die de ziektekiemen maken die biofilm omdat ze willen overleven. Dus als je die biofilm niet verwijdert, wat helpt het schoonspuiten dan nog?
Er zijn dus heel veel middelen die een alternatief kunnen zijn voor antibiotica. Er zit echter een ‘maar’ aan. Ook tegen alle alternatieve middelen zullen de bacteriën weer resistent worden. Het is niet anders: het blijft een strijd om het recht van de sterkste. Wedden op één paard kan dan ook niet. Het gaat om het maken van de juiste keuzes; welke middelen er nodig zijn. En dan kom ik bij de allerbelangrijkste factor die het antibioticagebruik kan verminderen: de varkenshouder zelf. Hij moet heel goed nadenken over de inzet van alle verschillende middelen, want gratis zijn ze natuurlijk niet.
Wat wel gratis is, is goed nadenken. De varkenshouder moet nadenken over de vraag hoe hij kan voorkomen dat zijn varkens ziek worden. En dan geldt het credo: begin bij jezelf. Een varkenshouder die elke dag zomaar de stal inloopt, denkt niet na. Hij weet nooit zeker dat hij geen ziektekiemen naar binnenbrengt. Die ziektekiemen, zowel de bacteriën als de virussen, kan hij niet zien. Maar ze kunnen er wel zijn. Misschien heeft hij de vorige dag wel kadavers aan de weg gezet. Droeg hij toen dezelfde kleding als waar hij nu mee naar de kraamafdeling loopt?
Dus geef het goede voorbeeld.
Ga dagelijks onder de douche voordat je de stal in gaat. Net als alle medewerkers en bezoekers en gebruik meerdere kleuren schone kleding voor de verschillende diergroepen. Hou tomen zoveel als mogelijk bij elkaar. Leg dieren op leeftijd bij elkaar en ga niet steeds op gewicht sorteren. Ga niet tegen alle denkbare (virus)ziektes vaccineren, terwijl je zelf die virussen steeds van hot naar her sleept. En zit mijn stal overvol? Kan het dan niet beter met een paar zeugen minder?
Kortom, de varkenshouder zelf is het nieuwe wondermiddel voor een betere gezondheid.
John Lamers
Redacteur Vakblad Varkens