Mobiele mestverwerker mogelijk oplossing voor mestcrisis

De mestverwerker is nog nieuw en zal pas ergens in mei definitief tot inzet komen. Vorige week werd de installatie onder grote belangstelling van veehouders gepresenteerd tijdens een bijeenkomst met Gelders gedeputeerde Harold Zoet (BBB) en burgemeester Sebastiaan van 't Erve van Lochem. Het idee om de mobiele mestverwerker in te zetten, is geopperd als een van de mogelijke opties om de mestcrisis op te lossen aan de ministeriële commissie voor de stikstofaanpak.

De eerste stap van de mestverwerker is de dikke en dunne fractie scheiden. Vervolgens is de belangrijkste stap de dunne fractie uit elkaar halen. Dat bestaat niet alleen uit mest strippen, maar ook nog uit een stap die er nog meer water uit kan halen. Hierdoor ontstaat een vloeibare stikstofkunstmest, die volgens de huidige wetgeving nog steeds dierlijke mest moet heten, stelt Vorenkamp.

Geschikt voor export

Bijzonder aan deze vloeibare meststof is de hoge concentratie van 24 tot 25 procent stikstof. De meststof is met een gewone veldspuit uit te rijden. De hoge stikstofconcentratie en het feit dat de vloeibare meststof tijdens het proces is gehygiëniseerd, maken deze voor export bruikbaar.

In het buitenland is veel behoefte aan stikstof voor de bemesting. Door de hoge stikstofconcentratie is transport verder weg betaalbaar.

Iedere veehouder kan gebruikmaken van de mobiele mestverwerkingsinstallatie. De veehouder bepaalt welke producten hij laat maken en hoe ver het scheidingsproces moet gaan. Het is volgens de bedrijfsleider mogelijk om van 10 kuub mest 8 kuub te maken, maar ook om van 10 kuub 4 kuub te maken. Dat gaat wel gepaard met hogere kosten.

Meer fosfaat

Door de vloeibare kunstmest met daarin dus veel stikstof te exporteren, kan de veehouder meer fosfaat uit eigen mest op het eigen bedrijf kwijt. Mocht de Europese wetgeving voor kunstmestvervangers uit dierlijke mest – renure – van de grond komen, dan kan de veehouder die vloeibare stikstofkunstmest ook op eigen bedrijf toepassen.

Heeft de veehouder een fosfaatoverschot, dan kan hij een deel van de dikke fractie exporteren.

Bij het verwerkingsproces ontstaat ook een reststroom met mineralen zoals kali. Die kan de veehouder weer toevoegen aan de mest of apart opslaan en gericht inzetten of afvoeren.

Geen vergunning nodig

Voor de mobiele mestverwerkingsinstallatie is geen vergunning nodig waardoor dit geen belemmering is voor het gebruik ervan. De installatie kan per jaar 200.000 kuub mest verwerken. 'Met ongeveer 160 van deze installaties kunnen we het mestoverschot van de melkveebedrijven in Nederland oplossen. We kunnen samen met anderen vrij snel meer installaties maken', zegt Vorenkamp.

De techniek is ook geschikt voor varkensmest. Om ook hiervan een exportwaardige geconcentreerde dunne fractie te maken, zijn dan nog extra installaties boven op de 160 nodig.