Hygiënemaatregelen mogelijk in vergunning

Naarstig wordt kennis over veehouderij en de risico’s voor de volksgezondheid verzameld om aansscherping van regelgeving te kunnen onderbouwen. Dat gebeurt onder andere in het lopende onderzoek veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO).
Milieu Overleg Lokale Overheden (MOLO) werkgroep veehouderij en milieu en GGD Brabant en Zeeland hebben een aantal vragen opgesteld en neergelegd bij een team van juristen van omgevingsdiensten en de provincie.

Uit een tussenrapportage blijkt dat Rechtbank Oost-Brabant onderscheid maakt in volksgezondheidsaspecten die vastgelegd zijn in wettelijke kaders en aspecten waarvoor nog geen regelgeving is gemaakt. Zo liggen er kaders vast voor de uitstoot van fijnstof en geur. Voor het volksgezondheidsaspect zoönosen ontbreken echter wettelijke kaders.

Experts van Brabantse Omgevingsdiensten en de provincie suggereren op basis van deze jurisprudentie dat er voor zoönosen aanvullende voorschriften zijn op te nemen in omgevingsvergunningen van veehouderijen. Het team denkt in het bijzonder aan het vastleggen van hygiënemaatregelen op de veebedrijven. Dit zijn maatregelen om de kans op ontsaan van zoönosen te beperken, zoals een strikte bedrijfshygiëne, bezoekers laten douchen voor stalbezoek en hen voorzien van bedrijfskledij.

Verder constateert het juristenteam dat Ruimtelijke Ordening meer kansen biedt om in bestemmingsplannen, mede op basis van een gezondheidseffectscreening, kaders te stellen. In een gebiedsvisie is vastgelegd welke milieukwaliteit in een gebied wordt nagestreefd. Dit dient als toetsingskader voor elk individueel bedrijf en geldt voor alle agrarische bedrijven.

Dit vermeldt het MOLO-rapport Veehouderij en Milieu.