Aminozuren in voer onder de loep nemen

Extra aminozuren toevoegen aan het voer heeft weinig effect op de prestaties van vleesvarkens. Alleen in de startfase van beren is het verhogen van het aminozuurgehalte effectief. "Toch zijn er varkensbedrijven die voer inzetten met te veel aminozuur en omgekeerd. Dit verlies aan rendement vraagt om een aanpak", vindt Carola van der Peet-Schwering, onderzoeker bij Wageningen UR.

Tijdens de Kennissessie Voeding vleesvarkens op 10 mei in Oirschot, haalde zij de resultaten van diverse onderzoeken naar voren. In een daarvan was het aminozuurgehalte in het voer met 10 procent verhoogd, ten opzichte van de CVB-norm. Dit had echter geen effect op de groei, voederconversie en slachtresultaten van de vleesvarkens. "Alleen bij beren in de startfase heeft een hoger aminozuurgehalte zin. Dan groeien de beren sneller", licht Van der Peet-Schwering toe. "In de periode daarna behouden ze die voorsprong. Maar extra aminozuren in het voer is na de startfase niet meer nodig. Het maakt het voer onnodig duur."

In hetzelfde onderzoek is van 70 vleesvarkensbedrijven - zowel brij- als droogvoerbedrijven - de aminozuurgehalten van het voer opgevraagd. Die verschilden flink. Er waren zowel bedrijven waarbij de aminozuurgehalten boven de norm lagen als bedrijven waarbij ze onder de norm lagen. "Er was zelfs een bedrijf waarbij het aminozuurgehalte in het eindvoer nog hoger was dan wat er in startvoer nodig is.  Dat is echt verlies en kan volgens Van der Peet-Schwering zelfs leiden tot een groeidaling omdat de varkens het overschot aan eiwit moeten afvoeren. “Aan de andere kant waren er ook bedrijven waarbij het aminozuurgehalte echt veel te laag was, met name in het eindvoer. Zeker met beren haal je dan nooit de gewenste groei.”

De onderzoeker raadt de vleesvarkenshouders aan om eens goed naar de aminozuurgehalten in hun verschillende voeders te kijken en naar de voeropname. "Bij een te lage opname heb je een wat hoger aminozuurgehalte nodig en omgekeerd. Maar de uitersten die ik op de praktijkbedrijven heb gezien wijken te veel af van de behoefte", zegt van der Peert. "Let ook op de energiehoeveelheid, want voor de aanzet van eiwit is ook energie nodig.”