Aantal varkensrechten in vijf jaar met 8,7 procent gedaald
Het aantal varkensrechten in Nederland is tussen 2018 en 2023 met 8,7 procent gedaald. Dat blijkt uit de Staat van Landbouw, Visserij, Voedsel en Natuur 2024 die minister Femke Wiersma met de Tweede Kamer heeft gedeeld. Het totale aantal varkens-, pluimvee- en fosfaatrechten is vorig jaar met zo'n 0,5 procent afgenomen.
Het grootste deel van de varkensrechten ging verloren in 2021. De daling is vooral een gevolg van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv). De deelnemers aan die stoppersregeling beschikten over circa 580.000 varkensrechten, ofwel bijna 7 procent van het aantal varkensrechten in Nederland in 2020.
Wanneer wordt uitgegaan van 499 euro per varkensrecht, dan worden via de opkoopregelingen Lbv en Lbv-plus waarschijnlijk nog eens 2,4 miljoen varkensrechten opgekocht. Dit is ongeveer 30 procent van het totale aantal varkensrechten in 2023.
Het gaat hierbij wel om een globale indicatie van de opkoopruimte, omdat die onder meer afhankelijk is van de daadwerkelijke verdeling van het budget over de verschillende sectoren en de kenmerken van deelnemende bedrijven, zoals de leeftijd van de stallen in combinatie met de hoeveelheid productierechten. Verder kunnen de vastgestelde marktwaarden van de productierechten ij de uiteindelijke afrekening afwijken.
In de varkenshouderij zijn in de afgelopen vijf jaar veel meer rechten verloren gegaan dan in de melkvee- en pluimveehouderij. Het aantal fosfaat- en pluimveerechten nam tussen 2018 en 2023 met respectievelijk 1,6 procent en 0,6 procent af.