Het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Canada (CETA) is op 30 oktober ondertekend. Ook al moet het Europees Parlement er nog mee instemmen en dient de Europese Raad er zijn goedkeuring aan te geven en de nationale parlementen het verdrag ratificeren, bepaalde onderdelen van het akkoord gaan begin 2017 al in werking.
Als exportland is Nederland gebaat bij vrijhandelsakkoorden, stelt Frans van Dongen van de COV. Dat geldt ook voor de export van varkensvlees uit de EU dat over de hele wereld wordt afgezet. "Zelfs naar de VS wordt zo'n 100.000 ton vlees per jaar geëxporteerd ook al is de kostprijs daar lager. Voor sommige vleesproducten is daar een lucratieve markt. Voor onderdelen is er altijd handel."
Volgens de vleesbranche ontstaan door het CETA-verdrag juist veel kansen voor de vleessector. “Ik zou het hebben betreurd als het CETA-akkoord er niet zou zijn gekomen. Als je exporteert moet je ook importeren. Bovendien is CETA een dominosteen in een groter geheel van nog uit te onderhandelen vrijhandelsakkoorden zoals TTIP, Mercosur en die met Japan.”
Op dit moment exporteert Canada minder dan 1.000 ton varkensvlees per jaar naar de EU terwijl het jaarquotum is vastgesteld op 5.000 ton. “Canadese exporteurs maken het niet vol omdat de varkenshouderij ractopamine, een groeibevorderaar, gebruikt”, licht Van Dongen toe. Nederland exporteert momenteel zo’n 10.000 ton varkensvlees naar Canada en ook kalfsvlees gaat die kant op.
In het nieuwe akkoord is het quotum dat Canada mag exporteren naar de EU opgerekt naar 50.000 ton varkensvlees per jaar. Van Dongen: “Liever hadden wij minder weggegeven omdat het doorwerkt bij de nog af te sluiten vrijhandelsakkoorden. Toch zal die hoeveelheid varkensvlees niet van vandaag op morgen deze kant op komen. Het opzetten van een waterdicht systeem om ractopamine-vrij Canadees varkensvlees naar de EU te kunnen exporteren is niet eenvoudig en vergt nog de nodige tijd.”