Veel kosten zijn gestegen in de varkenshouderij, maar er zijn ook kostenposten gedaald. Zo is het geld namelijk goedkoper geworden. Het rentepercentage is de afgelopen 5 jaar fors gedaald. Maar maakt die verlaging veel verschil in de kostprijs? Hieronder geef ik een eenvoudig rekenvoorbeeld voor de zeugenhouderij (financiering 1.800 euro per zeugenplaats) en vleesvarkenshouderij (financiering 400 euro per plaats).
Vleesvarkenshouderij Situatie 1 Situatie 2
Aflossing stal per jaar 23 euro 23 euro
Rentepercentage 2,5% 5%
Financieringslasten per jaar 33 euro 43 euro
In bovenstaand voorbeeld zijn de lasten in het eerste jaar 10 euro verschil per plaats. Dit veroorzaakt in voerwinst een verschil van 14%, oftewel: De kostprijs daalt met bijna 4 cent per kilo geslacht gewicht.
Zeugenhouderij Situatie 1 Situatie 2
Aflossing stal per jaar 130 euro 130 euro
Rentepercentage 2,5% 5%
Financieringslasten per jaar 175 euro 220 euro
Ook in de zeugenhouderij daalt de kostprijs fors bij een lagere rente. In het huidige voorbeeld daalt de kostprijs met 1,5 euro per big. Oftewel: De kritieke voerwinst daalt met 9%.
De totale kostprijs van big tot met vleesvarkens daalt dus met ruim 4 euro per varken. Dit is een grote verandering.
De sector is constant zoekende om zijn kostprijs verder te verlagen. Dit is ook noodzakelijk in vele situaties. De lagere marktrente veroorzaakt in diverse situaties in ieder geval de mogelijkheid om de kostprijs te doen verlagen.
Lage rentepercentages (5 jaar vast 2,1% of lager) worden door de bankier ook pas aangeboden als het bedrijf ook rendement realiseert. Bedrijven waar het rendement niet goed is, gaan ook bij de huidige lagere marktrente blijkbaar naar een rentepercentage zoals genoemd in situatie 2 of zelfs hoger. De verschillen tussen bedrijven zijn momenteel zelfs groter dan in de rekenvoorbeelden. Succes met het zoeken naar het beheersen van de kostprijs wat betreft het rentepercentage.
Erik van der Hijden
Eigenaar Farm Advies