Ruim 50.000 zeugen minder

Het aantal zeugen in Nederland ligt eind 2016 ruim 50.000 stuks lager dan eind 2015. Ook het aantal biggen en jonge varkens daalt flink. Het aantal vleesvarkens daalt licht.

Het aantal zeugen is het laagste van de afgelopen tien jaar. In totaal zijn er nu 868.000 zeugen. Eind 2015 waren er nog 920.000 zeugen in totaal (gust, dragend en zogende zeugen). Daarnaast zijn er 157.000 gelten in de opfok. Dat zijn wel 20.000 gelten meer dan in december 2015.

De gedaalde zeugenstapel zal zorgen voor een daling van de biggenproductie met zo’n 1,5 miljoen biggen. Dit zal deels worden gecompenseerd door een stijging van de productie per zeug. Daarnaast kan de productie stijgen als de extra gelten die in de opfok liggen weer leiden tot een toename van het  aantal zeugen.

Het aantal biggen bij de zeugen in het kraamhok laat een flinke daling zien met 235.000 biggen ten opzichte van december 2015. Ook het aantal jonge varkens tot 50 kilo daalt behoorlijk met 328.000 dieren. Dat zijn dan zowel vleesbiggen als biggen voor de vervanging van de zeugen.

Het aantal vleesvarkens is ten opzichte van december 2015 gedaald met 83.000 dieren naar 4,14 miljoen vleesvarkens. Daarmee ligt het nog hoger dan in december 2014. Maar nog lager dan december 2013 (4,2 miljoen).