Precisievoeding+bij+mens+en+dier%3F
Blog
©

Precisievoeding bij mens en dier?

Als varkensdierenarts houd ik me regelmatig bezig met varkensvoeding, in samenwerking met voedingsdeskundigen. Want voeding en gezondheid hebben vele raakvlakken. Wij weten in de varkenshouderij behoorlijk goed wat we onze dieren voorschotelen en welk effect dat op ze heeft. We weten precies hoeveel ruw eiwit en verteerbaar eiwit het dier per dag aangeboden krijgt. We weten het zelfs tot op aminozurenniveau. Hoeveel lysine en verteerbaar lysine krijgt het dier per dag, dat weten we allemaal. We weten ook precies wat dat doet bij het dier. We maken rekensommen over hoeveel millimeter spek het dier krijgt bij een bepaald rantsoen en of dat nou 11 of 12 mm spek oplevert. We weten hoeveel mineralen het dier krijgt, hoeveel verteerbaar calcium, fosfor, hoeveel vitamines.

We voeren dieren ook gericht naar de prestatie die ze leveren. We geven een ander voer als het dier melk gaat geven, melk geeft, nog meer melk geeft, dragend is, hoogdragend is, baby big is, pas gespeende big is, een grotere big is, vleesvarkens fase 1, 2, of 3 of opfokgelt is enzovoort. We hebben zelfs Manuals waar precies in staat wat nodig is voor optimale prestaties.
Maar wat doen mensen zelf eigenlijk? Ik verbaas mij er altijd over hoe weinig mensen weten over hun eigen voeding. Ze doen vaak maar wat. Ik weet van mijzelf precies hoeveel eiwit ik op een dag binnenkrijg. Ik denk dat ik niet bij de gemiddelde mens hoor.
Even verder over eiwit, want we weten hoe belangrijk dat is bij varkens. Ook voor mensen weten we wel wat over de behoeften. Iemand die een niet actief leven leidt, heeft toch minstens 0,8  gram eiwit per kilo lichaamsgewicht nodig. Sporters hebben tot 2 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag nodig. Laten we zeggen dus grofweg 1-2 gram eiwit per kilo lichaamsgewicht per dag heb je wel nodig als mens.

Wat schetst mijn verbazing, als ik een damesblaadje lees. Ik weet het -  dat moet ik ook niet doen - zult u zeggen, houdt het maar bij je vakliteratuur. Maar toch het is soms aanlokkelijk. Een mensenvoedingsdeskundige stelt in dit blaadje het volgende. “Peulvruchten zijn goede vleesvervangers. Ze leveren niet alle essentiële aminozuren die in vlees zitten, maar dat is makkelijk op te lossen door peulvruchten te combineren met een graansoort. Overdag 3 volkoren boterhammen eten en ’s avonds een portie peulvruchten is al genoeg om je pakketje essentiële aminozuren bij elkaar te sprokkelen.”

Mijn hersenen gaan hierdoor meteen jeuken: kan dat? Meteen ga ik op zoek naar een rekenmachine. Rekenen aan de essentiële aminozuren en ik begin maar eens met lysine. Lysine is 1 van de belangrijke essentiële aminozuren waar we in de veehouderij ook vaak mee rekenen. Granen zijn erg arm aan lysine. Maar inderdaad, peulvruchten zijn rijker aan lysine (binnen hun eiwitgehalte). Met het voorgestelde menu van boterhammen en peulvruchten komt men inderdaad aan de dagelijkse behoefte aan lysine (behoefte 30 mg/kg LG (WHO norm). Check.

Maar nu gaan we kijken naar het totaal eiwit. Reken maar mee. Een volkorenboterham bevat ongeveer 8 gram eiwit per 100 gram. Ik ben even een boterham gaan wegen, die weegt 33 gram. Dus 3 boterhammen komen op 100 gram dus 8 gram eiwit. Dan nemen we er een ruime portie peulvruchten bij, laten we zeggen 250 gram. Sojabonen bevatten weliswaar relatief veel eiwit (rond de 21 gram/100 gram), maar sperziebonen (2 gram/100g) , doperwten (4 gram/100 gram) en linzen (9 gram/100 gram) zijn wat minder ruim  bedeeld. Groenten en fruit in het algemeen zitten rond de 1-3 gram eiwit/100 gram. Dat komt voor een portie linzen van 250 gram dus op 22,5 gram eiwit. Dan zitten we in totaal op een gram of 22,5 + 8 is 30,5 gram eiwit per dag. Dat betekent dat je sowieso inactief moet zijn (vooral geen activiteit vertonen) en maximaal 30 kilo mag wegen.

Er zat dus een addertje onder het gras. Het totaal eiwit is de limiterende factor hier. Je kunt eiwitten niet maken uit koolhydraten of vetten dus je hebt een bepaalde hoeveelheid uit je voeding nodig. Bij plantaardig eiwit moeten we bovendien rekening houden met een lagere verteerbaarheid en met een aandeel anti nutritionele factoren zoals o.a. lectinen, fytinezuur, saponines en trypsine inhibitoren die de opname van voedingsstoffen kunnen beperken en de darmen kunnen irriteren.

Enter …  dierlijke producten in het menu. Zuivel, eieren, vlees. Rond de 15-30 gram eiwit per 100 gram. Goed verteerbaar en benutbaar eiwit met een zeer goede kwaliteit aminozurenpatroon. Need I say more ?

Ook onze varkens zouden profiteren van iets meer dierlijke eiwitbronnen op hun menu. Vismeel en bloedplasma worden reeds beperkt ingezet als goed benutbare eiwitbron. Ook de herintroductie van diermeel zou wat dit betreft goed zijn voor de varkens. Bovendien zou dan ook minder soja (-schroot, met alle ANFs vandien) nodig zijn.
Conclusie, eet dierlijke producten, aangevuld met groenten en fruit voor de vitaminen en mineralen. En denk altijd kritisch na als je damesblaadjes leest!

Karien Koenders
Adviseur gezondheid Topigs Norsvin NL

Stelling

Loading

Weer

  • Maandag
    8° / 4°
    60 %
  • Dinsdag
    7° / 2°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    5 %
Meer weer