Improvac projectvarkens welkom

De Duitse vleesverwerker Tönnies gaat deelnemen aan het project om ervaringen in de praktijk op te doen met Improvac. Boerenverenigingen hebben aangedrongen op een uitgebreide test van het alternatief  voor het castreren van beren.

Tönnies stond in eerste instantie niet te trappelen om het boereninitiatief te ondersteunen. De eigen experimenten met het verkopen van vlees van Improvac-dieren laten een grote spreiding van de commerciële waarde zien. De combinatie met genetica en voeding hebben volgens Tönnies een enorme impact daarop. Desondanks wil de varkensslachterij zich constructief opstellen om dit alternatief voor het castratieverbod een kans te geven. Daarom is het bedrijf ingestapt bij het ‘100.000 Improvac beren project’.

Daarvoor is een aantal wijzigingen doorgevoerd in de uitbetalingen. Improvac-beren worden niet gefactureerd volgens het uitbetalingssysteem voor beren, maar gewoon volgens het systeem van gelten en borgen. Ook wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het betalen van de projectberen op basis van de onderdelen van het Autofom-apparaat of het percentage mager vlees. Ook dienen de leveranciers van de varkens zich te verbinden aan de voorwaarde dat ze naast Improvac-dieren ook gelten en een bepaald aantal ‘niet behandelde’ beren naar de slachterij sturen. Alleen op deze manier is het volgens Tönnies mogelijk een wetenschappelijk verantwoorde evaluatie van het project te doen.

Extra kosten

De slachterij laat varkenshouders die Improvac-beren leveren wel meedelen in de extra kosten. Voor het doen van geurtests, kook- en bakmonsters uitvoeren en de kosten voor de veranderde verhandelbaarheid van het vlees wordt 3 cent per kilo geslacht gewicht ingehouden. Deze aftrek telt voor alle projectdieren. De projectgegevens worden later uitgebreid geëvalueerd en transparant gecommuniceerd.

Tönnies vindt wel dat er doorgewerkt moet blijven worden aan andere haalbare alternatieven voor castratie van beren.