Enkele jaren geleden kwam er uit Oostenrijk een melding over trilbiggen en hoge uitval van zuigende biggen. Ongeveer tegelijkertijd was er eenzelfde melding vanuit Amerika. Volgens Tom Duinhof, dierenarts bij GD is er echter geen reden tot zorg. Trilbiggen komen ook in Nederland regelmatig voor maar leiden sporadisch tot problemen.
Amerikaanse onderzoekers hebben gevonden dat de trilbiggen veroorzaakt worden door een virus verwant aan het klassieke varkenspestvirus. Dit virus is het Atypische Varkenspestvirus -APPV (= Atypical Porcine Pesti Virus) genoemd. Daarbij bleek dat het juist de zwaardere biggen uit een toom zijn die besmet zijn met APPV.
Bij de trilbiggen in Oostenrijk werd ook een vergelijkbare variant van het varkenspest aangetroffen . Dit virus is het Linda-virus -Lateral Shaking Inducing NeuroDegenerative Agent- genoemd. Beide virussen tasten hersenen en zenuwen aan en dat zorgt voor trilbiggen. Bij beide ziekten is de uitval onder de trilbiggen verhoogd.
Pestvirusgroep
Zoals de naam al doet vermoeden is APPV onderdeel van een virusgroep waartoe ook het Klassieke varkenspestvirus behoort, ook het Linda-virus is onderdeel van deze groep. “Er zit echter een behoorlijk groot genetisch verschil tussen APPV en Linda”, zegt Duinhof. “Het zijn niet dezelfde virussen. Linda lijkt wel sterker op het Bungowannah-virus dat tot nu toe alleen in Australië is gevonden.”
APPV, Linda en Bungowannah zijn dan wel familie van het Klassieke varkenspestvirus –KVP- maar zorgen gelukkig niet voor de grote problemen die KVP veroorzaakt en ze zijn ook niet aangifteplichtig.
Weinig meldingen
Het Linda-virus heeft na de melding in Oostenrijk niet of nauwelijks meer voor problemen gezorgd, en ook het Bungowannah-virus komt in Europa niet voor. Het APPV-virus is wel wijd verspreid in Europa maar geeft geen grote problemen. Van alle ruim 36.000 waarnemingen die dierenartsen vorig jaar via Monitoring Online doorgaven aan GD waren er maar 10 meldingen over trilbiggen. Waarbij het nog de vraag is of die door APPV werden veroorzaakt.
Het APPV-virus kan meestal tijdelijk voor problemen en schade zorgen door de verhoogde uitval onder de biggen. Meestal zijn het dan de jonge zeugen waarvan het virus de biggen kan aantasten. Er is geen vaccin tegen het APPV-virus. Het probleem lost zich volgens Duinhof vanzelf wel op. “Het kan een maand of vier duren voordat het virus rond is gegaan. Daarna zijn over het algemeen alle dieren immuun en is er geen sprake van schade meer.