Investering in benzoëzuur sneller terugverdiend
Benzoëzuur heeft een positief effect op de resultaten en de darmgezondheid van varkens. Tot nu toe was er voor VevoVitall, het zuivere benzoëzuur van DSM, een wettelijk minimumgehalte van 0,5 procent in vleesvarkensvoer. Dit is nu verlaagd tot 0,3 procent. De investering in benzoëzuur is daarmee sneller terugverdiend, stelt nutritionist Ewout van Lagen van DSM-dochter Twilmij.
Bij de introductie van VevoVitall in 2003 heeft de EU minimum- en maximumnormen vastgesteld voor het toevoegen van dit product aan het voer. Voor zeugen geldt een minimum van 0,5 procent en een maximum van 1 procent. Voor gespeende biggen is er alleen een maximum van 0,5 procent. Voor vleesvarkens was de minimumdosering 0,5 procent en het maximum 1 procent.
De maximum dosering blijft aanbevolen voor wie op zoek is naar een maximale reductie van de ammoniakemissie. De dosering van 0,5 procent geeft dan weer de grootste verbetering van de zoötechnische resultaten. 'DSM heeft dat via diverse proeven laten zien', zegt Van Lagen.
'De groei stijgt gemiddeld met 4 procent en de voerconversie daalt met 4,2 procent. Met deze verbeteringen is de investering in VevoVitall ruim terug te verdienen. Een 'return on investment' (ROI) van 3 is daarmee haalbaar. De opbrengst is dus drie keer zo hoog als de investering', stelt de Twilmij-nutritionist.
Gebruik benzoëzuur aantrekkelijker
Wel is het zo dat de varkenshouder eerst moet investeren voordat hij het terugverdient. Om het gebruik van VevoVitall aantrekkelijker te maken, heeft DSM bij de Europese Commissie gepleit voor een verlaging van het wettelijk minimum naar 0,3 procent. Met proeven is aangetoond dat benzoëzuur dan nog steeds de technische resultaten significant verbetert.
Bij gebruik van 0,3 procent VevoVitall bij vleesvarkens van 25-110 kilo stijgt de groei met gemiddeld 3 procent. En de voerconversie daalt ook met gemiddeld 3 procent. Andere onderzoeken tonen aan dat het effect op de voerconversie bij jonge varkens zelfs nog hoger is. Bij 0,3 procent verbetert de voerconversie met 3,5 procent en bij 0,5 procent VevoVitall met 5,6 procent.
Op basis van de proeven adviseert Van Lagen om wel te starten met 0,5 procent dosering vanaf opleg tot 45 kilo. 'Dit is de meest kwetsbare fase qua darmgezondheid', zegt hij. 'Met 0,5 procent VevoVitall-toevoeging realiseer je bij de jonge varkens de grootste verbetering in voerconversie. Vanaf 45 kilo kun je dan schakelen naar 0,3 procent benzoëzuur. Daarmee haal je nog steeds een flinke verbetering van de groei en voerconversie, maar is de investering lager dan met 0,5 procent. Dat levert zelfs de hoogste ROI op, die dan in de buurt van 4 komt te liggen.'