Flinke besparing op kraamhokken met alternerend vierwekensysteem
Varkenshouders Evert en Betsie Liefting in Nijmegen werken met een alternerend vierwekensysteem. Ze kozen hiervoor toen hun stallen werden gerenoveerd. Zo hoefden ze niet meer in zestig kraamhokken te investeren, maar in veertig. Bovendien blijven de biggen daarmee drie dagen langer bij de zeug.
Aan de Schoenlapperweg in Nijkerk zijn Evert en Betsie Liefting de tweede generatie veehouders. Toen Evert in 1984 in maatschap ging met zijn ouders, omvatte het Gelderse bedrijf achttien stuks melkvee, dertig zeugen en duizend leghennen. Evert: 'In overleg met mijn ouders zijn we in 1984 uitgebreid naar tachtig zeugen en ging het pluimvee eruit.'
In 1995 en 1999 werd in twee stappen gegroeid naar een bedrijf dat zich met tweehonderd zeugen toelegde op de varkenshouderij. 'We hadden op dat moment alleen vermeerdering. De biggen verkochten we op 23 kilo en daar was toen goed van te leven.'
In 2006 werd met de bouw van een vleesvarkensstal voor 1.600 dieren de stap gezet naar een gesloten bedrijf. Betsie nam steeds meer het werk in de kraamstallen op zich. Evert bekommerde zich over de rest van de diergroepen.
Door het alternerend spenen heeft de zeug ook meer tijd om te herstellen
Minder zeugen
Door de gestegen bigproductie daalde het aantal zeugen naar 167. In 1984 werden de gelten dekrijp aangekocht, daarna op een gewicht van 23 kilo en sinds een jaar werkt de familie met een rotatiekruising (Topigs 20 x Tempo beer). Betsie Liefting: 'Met name omdat het rustiger wordt op het bedrijf, er veel minder erfbetreders zijn, de kans op ziekte-insleep kleiner is en er minder met dieren wordt gesleept.'
Verder biedt de rotatiekruising ruimte om strenger te selecteren op de (fok)gelten. De familie Liefting selecteert onder meer op weinig doodgeboren biggen en goede moedereigenschappen. Verder kunnen de ondernemers, doordat ze meer tijd hebben, zich nu nog meer focussen op bigoverleving.
Door de keuze voor rotatiekruising verbeterde de kwaliteit van de gelten. Het aantal gespeende biggen per zeug steeg nog verder. Liefting: 'Een bewuste keuze voor veel en vitale biggen dus.'
Van 2001 tot 2013 werkte de familie met een driewekensysteem, tot in 2013 de kraamafdeling werd verbouwd. Toen is gekozen voor een alternerend vierwekensysteem, waarbij periodiek wordt geschoven met het speenmoment. 'In plaats van de zestig hokken die nodig waren als het driewekensysteem werd voorgezet, hoefden wij nu nog maar voor veertig kraamzeugen te bouwen', legt Liefting uit.
Voor alle wekensystemen geldt dat er heel gestructureerd moet worden gewerkt, geven Evert en Betsie Liefting aan. Omdat ze het driewekensysteem al gewend waren, was de overgang naar een alternerend vierwekensysteem niet moeilijk.
Vijf productiegroepen
Door dit systeem telt het bedrijf van de familie Liefting vijf productiegroepen. Dit betekent dat je op de dag van spenen 60 procent van je zeugen moet verplaatsen. Betsie Liefting: 'Die dag ben je erg druk. Daarbij verspringen wij iedere keer van vier keer op een maandag spenen naar vier keer op een donderdag. Dat verspringen heeft te maken met de draagtijd van de zeugen.'
Alternerend spenen moet volgens Liefting wel bij je passen. Uit het oogpunt van diergezondheid is het een plus, maar er moet erg stipt worden gewerkt, aldus de varkenshouder. 'Gedurende twee weken ben je erg druk. Maar je kunt elkaar helpen bij de werkzaamheden.'
Door het alternerend spenen kunnen de biggen drie dagen langer bij de zeug blijven, vergeleken met een gangbaar vierwekensysteem. Drie dagen langer bij de zeug lijkt misschien niet veel, maar dat is het volgens de Lieftings wel. 'Je hebt minder last van speendip, je krijgt een robuustere big en het is beter voor de vruchtbaarheid van de zeug. Ze heeft meer tijd om te herstellen', is de ervaring van Betsie Liefting.
In Nederland ligt het gemiddeld aantal dagen waarop biggen gespeend worden op 27,2. Dit komt vooral doordat varkenshouders die aan het Beter Leven-keurmerk leveren verplicht op 28 dagen moeten spenen. Familie Liefting zit gemiddeld op 24,1 dagen.
De 21-jarige Niels Liefting staat te trappelen om het bedrijf over te nemen. Hij helpt volop mee op het bedrijf van zijn ouders. Tien uur in de week als zzp'er. Daarnaast werkt hij bij andere boeren in de omgeving. Volgend jaar komt hij in de maatschap.
Grote plannen om te veranderen, zijn er in eerste instantie niet. 'Voorlopig blijven de omvang en werkwijze gelijk. Het bedrijf verder automatiseren is wellicht op termijn wel aan de orde.'