Dalende Deense varkensvleesproductie gekeerd

Marktcijfers over 2020 wijzen uit dat er 17,46 miljoen vleesvarkens en slachtzeugen in Denemarken zijn geslacht. Dat zijn ruim 750.000 varkens meer (+4,5 procent) dan in 2019, maar toch nog altijd 550.000 minder dan in 2018. Het jaar 2019 is vooralsnog het dieptepunt wat betreft het aantal varkensslachtingen in Deense slachthuizen sinds 1990.

De Denen splitsen de levende gewichten van geslachte varkens op in twee categorieën: 50 tot 110 kilo en boven de 110 kilo. In 2020 zat 95 procent van het totale aantal geslachte varkens onder de 110 kilo. In 2019 en 2018 was dat 97 procent, wat betekent dat er in 2020 in verhouding meer varkens bij een hoger gewicht zijn geslacht. Omdat ook de export van slachtzeugen in 2020 enorm onder druk stond vanwege coronaperikelen bij Duitse slachterijen, zijn meer van die dieren in Denemarken geslacht.

Meer varkens, lagere biggenexport

Het aantal gehouden varkens is in 2020 met 6 procent toegenomen. Volgens de laatste tellingen in oktober waren er 13,36 miljoen varkens. Het aantal zeugen steeg met iets meer dan 4 procent naar 1,27 miljoen dieren. Deels het is grotere aantal gehouden varkens in Denemarken het gevolg van haperende handel vanwege de coronacrisis en Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen in Duitsland.

De trend van een jaarlijkse stijging van de export van Deense biggen is vorig jaar gekeerd. Er zijn 14,77 miljoen biggen (15 tot 50 kilo) de grens overgegaan. Dat is een daling van bijna 1 procent ten opzichte van de biggenexportcijfers in 2019.