Heffing en terugsluizen beste optie reële vleesprijs
De transitie naar verduurzaming van de vleesproductie en -consumptie kan het beste via een systeem van heffingen en terugsluizen. Met daarbij een staffeling naar de mate van duurzaamheid. Dat blijkt uit het rapport van Wageningen Economic Research dat een aantal mechanismen voor een reële beprijzing van vlees in beeld brengt.
Er zijn meerdere opties voor de reële beprijzing van vlees onderzocht. Indien het belangrijkste doel is om duurzame veehouders een meerprijs te bieden, is het werken met een ketenarrangement een goed optie. Naast een eerlijke beloning voor de veehouder, is hiermee het dierenwelzijn te bevorderen. Het effect op de emissies is klein en de gezondheid van de consument verbetert er ook niet door.
Is het doel een betere gezondheid van de consument, dan is volgens de onderzoekers een verbruikersbelasting op vleesconsumptie een goed middel. Het zal echter verder geen positieve effecten hebben op dierenwelzijn, het inkomen van de veehouder of de emissies.
Verplaatsing naar buitenland
Een belasting vanaf de boerderij heeft wel een positief effect op de emissies in Nederland, maar de productie zal verplaatsen naar het buitenland. Dat heeft voor de economie op korte termijn nadelen en ook het dierenwelzijn komt onder druk.
Een systeem van heffingen en terugsluizen van deze heffingen naar de veehouders kan het beste uitpakken. Die heffing moet dan niet af boerderij of op slachthuisniveau zijn. Dan zal de productie naar het buitenland verplaatsen. Een heffing op consumentenniveau heeft dit effect niet. Voor het beste effect moet een heffingssysteem dan werken met een staffeling naar de mate van duurzaamheid. Van belang is dat ook alle ketens erin meedraaien.
Duurzaamheid bevorderen
Aanvullend op een heffingssysteem is het volgens de onderzoekers mogelijk om met behulp van subsidies investeringen in duurzaamheid te bevorderen. Nader onderzoek naar een combinatie van maatregelen kan mogelijk leiden tot een nog doeltreffender en doelmatiger aanpak.