'Fokken op bastaardgroeikracht'
Uit oogpunt van groeien in diergezondheid zijn we in 2017 begonnen met eigen aanfok. In onze nieuwe biggenstal zijn vier speciale afdelingen gemaakt voor de opfokgelten. Zo brengen we de gezondheidsstatus van ons bedrijf naar een hoger niveau en rekenden we erop dat ook het aantal geboren biggen zou stijgen.
Zolang de Topigs 50-zeug bestaat werken wij al met die zeugenlijn op ons bedrijf. Het is een robuuste, duurzame zeug met goede moedereigenschappen. Alleen hielden deze dames 'tiet' over. Oftewel: ze hadden meer spenen dan het aantal biggen dat ze ter wereld brachten.
Bij de opstart van de rotatiekruising zijn we gestart met een York-fokbeer vanwege de vruchtbaarheid. Elke twee weken werden de beste vier zeugen in de kraamstal geselecteerd. Op 27 september 2017 werd ons eerste opfokgeltje geboren. Deze zeug is nog steeds productief en verwacht op 9 december voor de negende keer een mooie toom fokbiggen. Ze is namelijk nogmaals geïnsemineerd met sperma van een Noorse fokbeer.
Omdat we altijd blijven zoeken naar waar het nog beter kan, ben ik de gelten gaan wegen. Eerst bij het verplaatsen van de zeugjes van de opfokafdeling naar de zeugenstal. Dan weet ik de gewichten en kan ik de zwaarste zeugjes als eerste naar de dekstal verplaatsen.
Voordat de jongedames de inseminatiestal ingaan, moeten ze weer door de weegschaal. Ik wil zeker weten dat ze meer dan 160 kilo wegen. Dieren die met een Noorse fokbeer zijn gekruist, moeten boven de 170 kilo zijn. Als ze hoogdrachtig naar de kraamafdeling lopen, gaan ze nogmaals door de weegschaal. Het is belangrijk dat ze dan minimaal 70 kilo zwaarder zijn geworden. Dat is best veel en daarom houd ik de gelten, de eersteworps en de enkele magere zeugen in de dracht apart om ze harder te kunnen voeren.
Een keer per jaar analyseren we de gewichten en dan zie je pas hoe belangrijk het verzamelen van data is. Het geeft inzicht zodat je nog beter op groei kunt gaan sturen. Als je na een jaar ziet dat de aanpassingen resultaat hebben gebracht, blijf ik gemotiveerd om gelten en zeugen te wegen. Wegen is een rotklus omdat je aardig wat geduld en tijd moet hebben om de dames rustig over de weegschaal te laten lopen.
We zijn erg tevreden over de keuze om aan rotatiekruising te doen. De gezondheid van onze dieren is goed, het aantal levend geboren biggen is gestegen en er moet meer 'tiet' komen om de biggen groot te krijgen. Nu doen we dat met pleegzeugen, een speciale voerbak om veertig biggen bij twee zeugen groot te brengen. Dit lukt prima, al was het wel even zoeken naar de beste succesformule.
Toch hebben we dit jaar besloten de eigen aanfokmethode te wijzigingen. Met zuivere kernfokkerij pluk je de vruchten van heterosis. De nakomelingen gaan dan de eigenschappen van beide ouders extra overtreffen, oftewel: bastaardgroeikracht. Om dat effect maximaal uit te nutten is een kruising nodig van twee zuivere lijnen die zo min mogelijk aan elkaar verwant zijn.
Klinkt goed, heterosis. Als ik naar mezelf, mijn partner en onze kinderen kijk, zie ik dat effect ook terug in de lengte. Ze zijn allemaal groter dan ik (1,60 meter) en onze jongste zoon Martijn is met zijn 1,90 meter zelfs veel groter dan zijn vader. Ik blijf me daar nog regelmatig nog over verbazen als ik hem zie.
Maar nu weer terug naar de stal. Wij verwachten dat onze zeugenstapel uniformer wordt doordat er naast de kleine zuivere kern slechts één kruisingstype zeug in de stal is. Ook verwachten we uniformere biggen te gaan produceren.
De kernzeugen maken we door verdringing. De beste zeugen met een York als vader worden gedekt door een York-fokbeer. Van deze zuiverdere York-zeugen kiezen we weer de beste dieren voor de kernfokkerij. Deze kern wordt geïnsemineerd met sperma van een Noorse fokbeer zodat we in de loop van de tijd onze eigen TN70-zeugen maken.
De eerste zuiverdere York-gelten liggen inmiddels in de opfokafdeling. We moeten dus nog even geduld hebben en de tijd zal leren of deze keuze de noodzakelijke vooruitgang oplevert.
Sabine Grobbink
Zeugenhoudster in Barger-Compascuum