Deelnemers stoppersregeling onzeker door uitspraak Raad van State
De uitspraak van de Raad van State over intern salderen van afgelopen december zet mogelijk een streep door de plannen van deelnemers aan de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus), als zij een nieuwe activiteit willen opstarten. Het kabinet maakt zich zorgen over de impact van de uitspraak. 'Dit kan niet de bedoeling zijn', zegt landbouwminister Femke Wiersma.
De Raad van State oordeelde dat agrarisch ondernemers die iets nieuws gaan doen, een nieuwe vergunning moeten aanvragen. Dat betekent dat deelnemers aan de Lbv of Lbv-plus die hun bedrijf omschakelen naar een andere bedrijfstak, een nieuwe vergunning moeten aanvragen. Het is onzeker of zij deze vergunning krijgen omdat de kans aanwezig is dat de natuur ook onder de nieuwe activiteit te lijden heeft.
Zo'n 1.700 boeren zich aangemeld voor de Lbv en Lbv-plus. Met 574 aanvragen is de varkenshouderij de sector met meeste aanvragen voor deze vrijwillige stoppersregelingen. In de regelingen staat dat stoppende boeren 15 procent van de stikstofruimte uit hun vergunning mogen gebruiken voor bijvoorbeeld nieuwe activiteiten, maar door de uitspraak van de Raad van State is niet duidelijk of dit ook kan. De kans bestaat dat een deel van deze ondernemers door het gebrek aan toekomstperspectief voor nieuwe activiteiten alsnog hun deelname aan de regeling zullen intrekken.
Onzekerheid
Voorafgaand aan de ministerraad meldde Wiersma vrijdag dat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur de consequenties van de uitspraak nog in kaart brengt. 'Het kan niet de bedoeling van het beleid zijn dat je enerzijds je bedrijf wilt stoppen vanwege de stikstofregels en daarna door dezelfde regels in de problemen komt. Als boeren ervoor kiezen om met veel minder stikstofruimte een bedrijf te willen voortzetten, dan moeten we ook zorgen dat dat kan', benadrukt ze.
'Wat ik vooral vervelend vind, is dat er ondernemers zijn die een zeer emotionele keuze hebben gemaakt en nu toch weer in onzekerheid verkeren', besluit de minister.