Stoppers raken mestverwerker Merensteyn
Mestverwerker Merensteyn in het Limburgse Ysselsteyn heeft in 2021 155.000 ton mest kunnen verwerken. Door stoppende veehouders is niet het productieniveau gehaald van het jaar ervoor. In 2020 werd nog 170.000 ton verwerkt, terwijl de optimale verwerkingscapaciteit rond de 190.000 ton per jaar ligt.
Ondanks de gestopte veehouders en de ruime vraag naar mest in de mestmarkt heeft de mestverwerkingsinstallatie van de coöperatie Mestac toch 155.000 ton mest kunnen verwerken. Dat is 15.000 ton minder dan Merensteyn in 2021 verwerkte. Daarnaast is het verwerkingsproces verder geoptimaliseerd. Zo is het concentreren van de mest verder verbeterd. Ongeveer de helft van het verwerkte mestvolume is omgezet naar loosbaar water. Oftewel: ruim 75 miljoen liter water is teruggegeven aan de natuur.
Merensteyn levert voor elke ton verwerkte mest een vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) terug. Eind 2021 was prijs voor VVO's hoger dan in voorgaande jaren. Dat betekent dat vraag en aanbod meer in balans waren dan in eerdere jaren.
Verwerkingsvolume op peil houden
De mestverwerker verwacht in 2022 minimaal hetzelfde volume te verwerken als in 2021. Dit komt omdat het bedrijf zijn leveranciers met succes heeft opgeroepen meer mest te leveren om te laten verwerken. Met dit extra mestvolume is Merensteyn verzekerd van voldoende mest, waardoor de verwerkingskosten voor dit jaar omlaag kunnen worden gebracht.
Wel heeft Merensteyn zorgen over de gestegen energiekosten en kostprijsstijging van het verwerken van mest. Omdat ook de kunstmestprijzen fors in prijs zijn gestegen, zal het mineralenconcentraat als waardevolle kunstmestvervanger dit jaar beter zijn te vermarkten. Volgens Merensteyn zal de kostenpost afzet van mineralenconcentraat dit voorjaar veranderen in een opbrengstenpost. Dat is hard nodig om de gestegen energiekosten enigszins op te kunnen vangen.