Varkens eten meer vochtrijke diervoeders
De hoeveelheid vochtrijke diervoeders in het rantsoen van varkens in Nederland is in 2022 met 1 procent gestegen naar 2,93 miljoen ton. Dit blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van de Circular Feed association. In 2021 was er bij varkens een stijging met 5 procent na de dip in de afzet door de coronacrisis en een droge zomer in 2019 en 2020.
De varkenssector is in Nederland opnieuw de grootste afnemer van vochtrijke diervoeders. Van de totale afzet van 5,48 miljoen ton gaat 2,93 miljoen ton, ofwel ruim 53 procent, naar de varkenssector. De afzet naar varkens is gegroeid ondanks de afname van de varkensstapel in Nederland met zo'n 200.000 dieren.
De hogere afzet naar de varkenssector komt mede doordat het aanbod van aardappelproducten en wei in 2022 hoger was dan in 2021. Door hogere energieprijzen steeg ook het aanbod van zuivelproducten, omdat verwerking te duur was.
Tarwezetmeel
De afzet van tarwezetmeel en tarwegistconcentraat voor varkens daalde. Het aanbod van tarwezetmeel nam af, omdat de industrie minder zetmeelproducten afnam. De belangrijkste producten voor de varkenshouderij blijven tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, zuivelproducten en tarwegistconcentraten.
Na de varkenssector is de rundveesector de tweede grootste afnemer van vochtrijke diervoeders. In 2022 steeg de afzet met 2 procent naar 2,55 miljoen ton door een goede oogst van bieten en een hogere vraag naar bierbostel. In de rundveehouderij zijn de grootste producten perspulp, bierbostel, aardappelpersvezels, tarwegistconcentraat en maisglutenvoer.
De belangrijkste vochtrijke diervoeders zijn al jarenlang aardappelproducten, tarwegistconcentraten, perspulp, tarwezetmeel, bierbostel, maisglutenvoer en kaaswei. Samen vormen deze producten bijna 95 procent van de afzet van vochtrijke diervoeders. De totale hoeveelheid vochtrijke voedermiddelen komt overeen met bijna 1,25 miljoen ton droge voedergrondstoffen.
Circulaire voeders
De vochtrijke diervoeders zijn coproducten van de productie van voedingsmiddelen. Ze zijn gewaardeerd als voedingsbron, geven rendement voor producent en afnemer en passen in de circulaire economie: veehouders benutten de waardevolle voedingsmiddelrijke (eiwit)producten uit de regio. Bovendien besparen de vochtrijke producten op droogkosten. Zo dragen ze bij aan het reduceren van de CO2-uitstoot van voedingsmiddelenbedrijven en de veehouderij.
De jaarlijkse inventarisatie omvat in Nederland afgezet product dat in Nederland of binnen beperkte afstand van de landsgrenzen is geproduceerd.