Kleinere varkensstapel reden voor lagere vleesproductie in Duitsland

Duitse slachterijen hebben in 2023 in totaal 6,8 miljoen ton vlees geproduceerd. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het Duitse statistiekbureau Destatis. Dat is 4 procent, ofwel 280.200 ton, minder dan een jaar eerder. In 2016 werd een piek bereikt, met 8,25 miljoen ton. Sindsdien is de productie dalende. In 2022 lag de productie zelfs 8,1 procent lager dan het jaar ervoor.

Vorig jaar werden in totaal 47,9 miljoen varkens, runderen, schapen, geiten en paarden en 702,2 miljoen kippen, kalkoenen en eenden geslacht in de slachthuizen. In de eerste categorie gaat het vooral om varkens: 43,8 miljoen dieren in 2023. Dit is overigens 7 procent, ofwel 3,3 miljoen dieren, minder dan een jaar eerder.

Minder uit eigen land

Het aantal geslachte varkens van binnenlandse oorsprong is vorig jaar zelfs met 7,7 procent gedaald tot 42,3 miljoen dieren. Het aantal geïmporteerde varkens dat in Duitsland werd geslacht, steeg in 2023 met 19,5 procent tot 1,5 miljoen dieren.

In totaal produceerden de slachthuizen over het afgelopen jaar ongeveer 4,2 miljoen ton varkensvlees. Dat is 6,8 procent (of 306.500 ton) minder dan in 2022. Ten opzichte van 2016 werd 1,4 ton varkensvlees minder geproduceerd. Omgerekend gaat het om ruim een kwart. De daling komt vooral doordat de varkensstapel krimpt.

Minder runderen, meer kilo's

Het aantal geslachte runderen is vorig jaar met 0,3 procent gedaald naar 3 miljoen dieren. Omdat het gemiddelde slachtgewicht is toegenomen, steeg het slachtvolume in Duitsland licht. Het gaat om een plus van 0,6 procent tot 992.900 ton rundvlees.

De hoeveelheid geproduceerd pluimveevlees is in 2023 met 1,4 procent gestegen naar 1,6 miljoen ton, ten opzichte van 2022. De belangrijkste reden voor de stijging is de toename in de productie van vleeskuikens (+1,1 procent naar 1,1 miljoen ton). De kalkoenvleesproductie steeg met 2,7 procent naar 417.000 ton.