Natuurvergunning Brabantse varkenshouderij ingetrokken
De natuurvergunning die aan een varkenshouderij in het Noord-Brabantse Reusel is verleend, is vernietigd. Het bedrijf had de vergunning voor uitbreiding nooit mogen krijgen omdat de luchtwassers niet voldoen, oordeelt de Raad van State.
Het varkensbedrijf maakt gebruik van biologische combiluchtwassers waarvan bekend is dat ze de beoogde ammoniakreductie niet halen. Daarom heeft het provinciebestuur voorschriften aan de natuurvergunning verbonden over de werking, het onderhoud en het toezicht op de werking van de combiluchtwassers.
Maar het staat niet vast dat met deze maatregelen de ammoniakreductie, waarvan in de toegepaste emissiefactoren wordt uitgegaan, wel wordt gehaald. En als niet kan worden gegarandeerd dat de uitbreiding van de varkenshouderij het nabijgelegen Natura 2000-gebied niet aantast, mag de natuurvergunning niet worden verleend.
Onderzoek te beperkt
De biologische combiluchtwasser zou de ammoniakemissie met 85 procent reduceren, maar uit verschillende onderzoeken blijkt dat deze reductie niet wordt gehaald. Ander onderzoek stelt dat de luchtwassers het beoogde rendement wel kunnen behalen. Maar volgens de Raad van State is dit onderzoek te beperkt van opzet om daaraan de vereiste zekerheid te ontlenen dat de beoogde ammoniakreductie daadwerkelijk wordt gehaald.
De raad heeft vandaag nog twee uitspraken gedaan over bepaalde emissiearme stallen voor melkveehouderijen in Etten-Leur en Luycksgestel, eveneens in Brabant. Voor de uitbreiding van die melkveehouderijen heeft het provinciebestuur ook een natuurvergunning verleend en ook dit had volgens de raad niet mogen gebeuren.
Stikstofuitstoot te hoog
Het provinciebestuur heeft de emissiebeperkende werking van de desbetreffende stalsystemen als uitgangspunt genomen en gaat ervan uit dat met de maatregelen een hogere reductie kan worden bereikt. Maar onderzoeken naar emissiearme stalsystemen in de melkveehouderij laten zien dat deze geen effect hebben en dat de stikstofuitstoot dus hoger is dan waarvan in de regelgeving wordt uitgegaan.
Het gevolg van de drie uitspraken is dat het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant opnieuw moet beslissen over de aanvragen van de veehouderijen voor een natuurvergunning.