De verschillen in inkomen tussen varkensbedrijven zijn drie keer zo groot dan het gemiddelde inkomen van een varkenshouder. Genoeg reden om aan bedrijfsvergelijking te doen zou je zeggen.
Toch leggen velen zich neer bij het verweer dat de data van bedrijven niet vergelijkbaar zijn. Dat zijn ze ook niet. Vind in Nederland maar eens twee dezelfde bedrijven. Maar al gaat elke vergelijking mank, toch is het interessant om te zien waar je op financieel of technisch terrein staat ten opzichte van een bepaalde bron. Dat die bron jaarlijks wijzigt is een gegeven. Stopt men niet bewust toeslagen in de notering om de markt weer in beweging te kunnen brengen? Ontwikkelt niet iedere groep van bedrijfsresultaten zich omdat bedrijven afvallen of ontwikkelen?
Logisch dus dat je altijd appels met peren vergelijkt. Maar volgens mij moet bedrijfsvergelijking leiden tot een streefwaarde die de ondernemer, het liefst samen met zijn erfbetreders, stelt voor zijn bedrijf. Voor technische resultaten is dat normaliter een absoluut getal, bijvoorbeeld 800 gram groei per dag. Voor financiële data wordt vaak een doelstelling gesteld ten opzichte van een notering of een groep bedrijven, bijvoorbeeld de biggenprijs 5 euro boven notering.
Zolang de ondernemer de vergelijking ziet als informatie om zijn eigen streefwaarde te bepalen is er dus niks aan de hand. Naast vergelijken met een algemene bron is uiteraard een vergelijk met ongeveer gelijke bedrijven van grote meerwaarde. Wie beide doet en nadenkt over de ontwikkeling van zijn afstand tot de beschikbare referenties blijft scherp en beperkt tegenvallers achteraf. In een sector waar de marges zo klein worden is een continue benchmark van groot belang om het verschil te kunnen maken.
De discussie zou daarbij niet moeten gaan over of de gebruikte data vergelijkbaar is, maar of uw partijen met u uw streefwaardes kunnen realiseren.
Paul Bens
Directeur DLV Advies