Gezondere darm met inerte vezels
Direct na spenen is gezond blijven een belangrijker doel dan groei. Met de juiste grondstofkeuze kan een varkenshouder daar best op sturen, vindt Fransesc Molist van Schothorst Feed Research. Op de themadag Darmgezondheid van gespeende biggen, gaf hij de tip om te zorgen voor inerte vezels, een laag ruw eiwit gehalte en de juiste vetsamenstelling.
Direct na spenen is gezond blijven een belangrijker doel dan groei. Met de juiste grondstofkeuze kan een varkenshouder daar best op sturen, vindt Fransesc Molist van Schothorst Feed Research. Op de themadag Darmgezondheid van gespeende biggen, gaf hij de tip om te zorgen voor inerte vezels, een laag ruw eiwit gehalte en de juiste vetsamenstelling.
Direct na spenen moeten biggen genoeg vreten, anders sterven de darmvlokken af. Maar er mogen niet té veel voedingsstoffen beschikbaar komen in de darm. Anders krijgen schadelijke darmbacteriën de overhand.
Volgens Molist is de grondstofkeuze in de eerste week na spenen dan ook van groot belang. Een belangrijk onderdeel zijn de ruwe vezels in het voer. Die moet je volgens Molest indelen in drie fracties: De vezels die snel fermenteren, vezels die langzaam fermenteren en de vezels die niet fermenteren. Deze laatste groep, de inerte vezels, helpen de pas gespeende biggen. Doordat ze niet fermenteren voorkomen ze dat de darmbacteriën te veel voedingsstoffen krijgen. Maar uit proeven blijkt dat de biggen van dit voer wel goed vreten. Ze zorgen voor een goede ontwikkeling van maag en darm en voorkomen tegelijk dat E.coli de overhand krijgt.
De eerste week na spenen moet het eiwit goed verteerbaar zijn, zodat er wel genoeg aminozuren beschikbaar zijn, maar niet veel onverteerd eiwit overblijft. Want ook dat is nadelig omdat het de groei van bijvoorbeeld E.coli stimuleert. En tenslotte mogen er niet te veel verzadigde vetten in het voer zitten. Vertering van die vetten is een moeilijk proces en kan snel leiden tot vetdiarree.