
Integrale aanpak brengt succes bij krulstaarten
Het traject naar het houden van varkens met krulstaarten in 2030 kent veel uitdagingen. Vanuit de genetica spant Topigs Norsvin zich in om een bijdrage te leveren om de kans op succes zo groot mogelijk te krijgen. 'Meerdere facetten, waaronder voeding, gezondheid en management, zijn belangrijk bij het overgaan op varkens met krulstaarten. Een integrale aanpak is het devies voor een succesvolle staartenroute', stelt Roos Vogelzang, adviseur genetica bij Topigs Norsvin.
Sinds 2016 selecteert Topigs Norsvin in zowel de zeugen- als berenlijnen op sociaal gedrag en betere individuele en groepsprestaties. 'Maar we kunnen het niet oplossen met alleen fokkerij. Gedrag heeft wel degelijk een genetische component', geeft Vogelzang aan.
'Met selectie van sociale zeugen en beren kunnen we zeker een stukje bijdragen aan het verminderen van bijterij. Maar met alleen genetica gaan varkenshouders het niet redden om een succes te maken van het houden van varkens met lange staarten. Gedrag heeft namelijk een enorm zwaarwegende omgevingscomponent. Een integrale aanpak is noodzakelijk om de krul in de staart te houden', benadrukt Vogelzang.
De adviseur genetica doelt daarbij op essentiële zaken als de beschikbaarheid van voer en drinkwater van goede kwaliteit. Daarnaast spelen het stalklimaat, de huisvesting, de leefruimte en het management een belangrijke rol in hoe varkens zich gaan gedragen. 'Omstandigheden bepalen meer hoe dieren zich gedragen, ook naar hokgenoten toe, dan in hun genen is verankerd', stelt Vogelzang. 'Een rustige, goed groeiende big kan in een slechte omgeving veranderen in een vervelend dier.'
De dierprestatie hangt af van de eigen genen en die van de hokgenoten
Ook kan staartschade volgens Vogelzang al in de baarmoeder ontstaan. 'Biggen kunnen worden geboren met een slechte doorbloeding in de extremiteiten die onder andere het weefsel in staartjes en oren aantast. Dat noemen we het swine inflammation and necrosis syndrome, ofwel Sins. Na de geboorte kan dat jeuk opleveren en schade veroorzaken, wat vervolgens kan leiden tot bijtgedrag. Stress en voedingsoorzaken spelen de hoofdrol. Maar een genetische component is er ook altijd, hoe gering dan ook.'
Indirecte gedragskenmerken
Selecteren op specifiek gedrag van varkens door verschillende observerende personen is niet objectief te doen. Daarom is varkensfokkerijorganisatie Topigs Norsvin ruim tien jaar geleden begonnen met het vastleggen van indirecte gedragskenmerken om bijtgedrag te verminderen door de genetische potentie en de individuele groei van dieren te meten.
De genen van de hokgenoten hebben eveneens invloed op de dierprestaties, naast andere omgevingsfactoren. Denk daarbij aan voeding, gezondheid en klimaat. Vogelzang verduidelijkt dat met een voorbeeld: 'Wanneer een dominant dier voor de voerbak gaat liggen, heeft dat invloed op de voeropname, de groei en het gedrag van de andere varkens in dat hok. De genen van de hokgenoten hebben dus ook invloed op de prestaties van een individueel varken', begint ze.
'Door de genetische invloed van een dier op de groei van zijn hokgenoten mee te nemen, kun je families selecteren die hele koppels varkens beter laten groeien. Juist dit soort dieren veroorzaken minder staartschade bij elkaar', vervolgt de adviseur genetica van Topigs Norsvin.
Diergedrag 24/7 volgen
Gedragsdata worden steeds meer benut om dieren te selecteren. Het gebruik van cameratechnologie en kunstmatige intelligentie is bij de varkensfokkerijorganisatie al ingeburgerd. Het exacte gedrag van elk varken in een hok 24 uur per dag volgen en de data koppelen aan het individuele dier komen volgens Vogelzang steeds dichterbij.
'Software om specifieke gedragingen te herkennen wordt getraind met de toenemende hoeveelheid informatie', licht de adviseur toe. 'Bij bijterij kun je daders en slachtoffers opsporen. Net zoals bij de mens heb je ook bij varkens families met meer daders of dieren die juist vaker het slachtoffer zijn.'
Ook rol voor slachtoffers
Een recent inzicht is dat ook de slachtoffers verantwoordelijk zijn voor het wel of niet voorkomen van bijtgedrag. 'Deze slachtoffers zijn objectief te beoordelen op basis van wel of niet aanwezige beschadigingen', licht Vogelzang toe. 'Deze data verzamelen we al enkele jaren op grote schaal. In de analyses nemen we zowel de directe genetische effecten van het dier zelf mee alsook de indirecte genetische effecten. Dat zijn de genen van de hokgenoten, om zowel slachtoffers als daders te kunnen identificeren.'
Volgens de adviseur is Topigs Norsvin als leverancier van varkensgenetica mondiaal het meest serieus bezig met krulstaarten. 'Wij willen zo goed mogelijk bijdragen om varkenshouders met succes varkens met krulstaarten te laten houden.'
Competitie om het voer en het drinkwater uitsluiten
Bijtgedrag voorkomen draait om risicofactoren uitsluiten. De top drie van must-do’s op voedingsgebied van Meggie Habets, adviseur voeding bij Topigs Norsvin:
1. Onbeperkt beschikken over voer. Bakken met droogvoer mogen maximaal een uur leeg staan. Bij brijvoedering is tegen het onbeperkte voeren het devies. Preventief onderhoud van de voerinstallatie voorkomt stress en competitie om het voer;
2. Voer naar de behoefte van de varkensgenetica. Stem de voerinhoud en de schakelmomenten af op het opnamepatroon van de biggen en vleesvarkens;
3. Vers, schoon, fris en onbeperkt drinkwater. Spoel leidingen regelmatig door, zorg voor nippelopbrengsten van minimaal 0,5 liter per minuut bij biggen en 1 liter per minuut bij vleesvarkens en houd per nippel maximaal tien dieren aan (liever 1:8).
Stabiele gezondheid op zeugenbedrijf
Bijtgedrag voorkomen draait om risicofactoren uitsluiten. De top drie van must-do’s op gezondheidsgebied van Anne Staadegaard, adviseur gezondheid bij Topigs Norsvin:
1. Een stabiele zeugenstapel begint bij de opfokgelten. Opfokgelten al dan niet aangekocht hebben een juiste quarantaine- en adaptatieperiode doorlopen. Dat geeft een stabiele gezondheid en de meeste kans op gewenst diergedrag;
2. Beperk de infectiedruk met een goede interne bioveiligheid. Bijvoorbeeld: meng tomen niet of zo min mogelijk en voorkom overbezetting in de biggenopfok, want dat veroorzaakt behalve een hogere infectiedruk ook extra stress;
3. Neem de PRRS-aanpak samen met je varkensdierenarts serieus op. Als je werkt aan de beheersing van die virusaandoening, dan zet je stappen in de verhoging van de gezondheidsstatus van je bedrijf.
Bekijk meer over:
Lees ook
Meest gelezen
Blogs



