Het aantal bedrijven met biologische varkens is in de periode van 2011 tot en met 2016 met 23 procent gestegen. CBS meldt over het jaar 2011 in totaal 99 bedrijven met biologische varkens. Zij hielden in totaal 4.942 fokzeugen met 22.941 biggen en 29.604 vleesvarkens.
In 2012 steeg het aantal bedrijven naar 116 en in 2013 nog eens met 4 bedrijven. In 2014 was het weer één bedrijf minder evenals het jaar erop zodat er eind 2015 in totaal 118 biologische varkensbedrijven waren met 6.086 en 34.413 vleesvarkens. Eind 2016 meldt CBS een aantal van 122 bedrijven. Op dat moment hielden deze bedrijven in totaal 36. 812 vleesvarkens, 6.587 fokvarkens en 29.881 biggen.
Het aantal biologisch gehouden vleesvarkens is in die vijf jaar met 7.208 gestegen. Dat is een toename van 24 procent oftewel: bijna 5 procent per jaar erbij.
Het aantal zeugen groeide in de periode 2011 tot eind 2016 met 33 procent. Dat bijna 7 procent per jaar. Het aantal biologische biggen steeg met 30 procent oftewel: gemiddeld 6 procent per jaar erbij. Gezien het vrij stabiele aantal bedrijven met biologische varkens, is de groei van de biologische varkenssector vrijwel volledig toe te schrijven aan uitbreidingen op bestaande bedrijven.
Ontwikkelingen in EU
Toevallig publiceerde de EU in december 2016 ook een overzicht van de ontwikkeling van de biologische sectoren. Volgens de tellingen zouden er in 2015 bijna een miljoen biologische varkens gehouden worden in de 28 EU-landen en groeit dat aantal gestaag. De meeste biologische varkens worden gehouden in Denemarken (260.510 stuks), Frankrijk volgt met 219.812 stuks en op plek drie prijkt Duitsland met 190.471 stuks. Opvallend is dat bij onze oosterburen de biologische varkensstapel tussen 2013 en 2015 licht afnam. Na Oostenrijk volgt Nederland op een vijfde plek met circa 70.000 varkens.
Lees het rapport EU Biologische sectoren.