Zinkgebruik bij biggen monitoren

De inzet van een hoge dosis zinkoxide na spenen kan een oplossing zijn om speendiarree en antibioticagebruik te beperken. Die hoge dosis zinkoxide speelt echter mogelijk een rol bij de selectie van de multiresistente MRSA-bacterie. Om de vinger aan de pols te houden start de SDa daarom met het monitoren van de verkoopcijfers van zinkoxide van de FIDIN.

Binnen de Europese Unie is een hoge dosis zinkoxide (2500 ppm) sinds 2015 geregistreerd als geneesmiddel. Het mag na voorschrift van de dierenarts worden ingezet om problemen bij pas gespeende biggen te voorkomen tot maximaal 14 dagen na spenen. Praktijkervaringen in meerdere landen laten zien dat zinkoxide speendiarree en oedeemziekte na spenen kan verminderen en daarmee het gebruik van antibiotica kan verlagen.

Het werkingsmechanisme van zinkoxide is complex en nog niet volledig bekend. Wel is bekend dat bij MRSA de resistentie tegen zinkoxide op hetzelfde mobiele genetische element ligt als het methicilline-resistentiegen. Als dit stukje gen zich vermenigvuldigt, krijgen we ook meer MRSA’s met resistentie tegen zinkoxide

Recent hebben twee Europese organisaties, de Committee for Medicinal Products for Veterinary Use (CVMP) en de European Medicines Agency (EMA), de inzet van zinkoxide bekeken. Ze vinden dat de voordelen van het gebruik van zinkoxide ter voorkoming van speendiarree niet opwegen tegen de nadelen die het gebruik veroorzaakt voor het milieu en resistentieontwikkeling. Daarom zou er mogelijk een Europees verbod op het gebruik van zinkoxide moeten komen. Het SDa-expertpanel volgt deze ontwikkelingen daarom nauwgezet.