Voeren+geen+sinecure
Achtergrond
©

Voeren geen sinecure

Voeren van hoog productieve zeugen is geen gemakkelijke klus. Peter Druijff ervaart dat op zijn bedrijf. De zeugen werpen veel biggen en het vergt veel aandacht voor onder andere de voeding van de zeugen om de vitaliteit van die biggen op het juiste peil te krijgen.

Voor de verbetering van de bigvitaliteit is een goede voeding en gezondheid noodzakelijk. Voor een goede aanpak hiervan is teamoverleg volgens Peter en Ria Druijff noodzakelijk. Iedere maand komen dierenarts Erwin van Essen van Groepspraktijk Dierenartsen Barneveld en voeradviseur Jan van Asselt van AgruniekRijnvallei samen op het bedrijf. En als het nodig is komt ook de fokkerijdeskundige van Topigs Norsvin erbij. Ze maken samen met Druijff en de medewerkers Mario van de Krol en Anne van de Pol een rondje door de stal en kijken of en welke aanpassingen dan nodig zijn.

Momenteel is de voeding van de zeugen een speerpunt bij de aanpak van de bigvitaliteit. Vorig jaar bleek dat bij een deel van de zeugen de spekdikte aan het einde van de dracht te hoog werd. De zeugen dachten te veel aan zichzelf en dat ging ten koste van de vitaliteit van de biggen. Daarop is besloten het drachtvoer aan te passen. Het voer wordt nu geleverd via het zuiver voer principe en de individuele grondstoffen ondergaan een specifieke bewerking. Daardoor gaat er minder energie naar de zeug en meer naar de biggen. Tegelijk met deze wijziging werd besloten om naast het meten van de spekdikte, ook tijdelijk de zeugen te gaan wegen.

De aanpassing in het voerschema had resultaat: het aantal levend geboren biggen steeg, terwijl het aandeel doodgeboren biggen niet veranderde. Het aantal gespeende biggen per zeug per jaar kon daardoor in een jaar tijd omhoog van 30,7 naar 32,8.

Daarmee is het nog niet klaar. De bigvitaliteit kan volgens Druijff nog steeds beter en ook de vitaliteit na het spenen is nog niet naar wens. Mogelijk speelt bij de bigvitaliteit het gewichtsverloop in de eerste vier weken van de dracht een rol. De zeugen krijgen dan een hoog voerniveau van gemiddeld 3,0 tot 3,2 kg en de verwachting is dat ze dan groeien. Uit de wegingen bleek echter dat er zeugen zijn die afvallen of weinig gewicht aanzetten.

Samen met de fokkerijdeskundige is nu een nieuwe voerstrategie afgesproken die hier een oplossing voor moet bieden: De energie/ eiwit verhouding in het voer is aangepast. Tegelijk met deze voeraanpassing worden de zeugen opnieuw een tijd lang gewogen om de effecten goed te kunnen volgen. De zeugen krijgen daarbij in het voerstation een voercurve die is afgestemd op hun worpnummer en het verlies aan spekdikte in het kraamhok. In totaal zijn er zo’n elf verschillende curves in gebruik.

Bekijk ook de fotoreportage bij Peter en Ria Druijff.

 

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    4° / 1°
    10 %
  • Zondag
    7° / 3°
    10 %
  • Maandag
    8° / 6°
    20 %
Meer weer