Big+niet+belangrijkste+bron+Salmonella
Nieuws
©

Big niet belangrijkste bron Salmonella

Zeker de helft van de Salmonellabesmettingen begint pas op het vleesvarkensbedrijf. Het komt lang niet altijd al met de biggen mee, zoals vaak wordt gedacht. Onderzoek door de Keten Duurzaam Varkensvlees en de Gezondheidsdienst voor Dieren met de slofjesmethode toont dit aan.

Varkens worden doorgaans niet echt ziek van een Salmonellabesmetting, wel zorgt het bij varkens voor een slechtere groei en voederconversie. Een Salmonellabesmetting van de vleesvarkens is vooral ook ongewenst, omdat het kan zorgen voor besmetting van het karkas bij het slachten en daarmee risico’s kan opleveren voor de consument. Daarom hanteert de IKB drie categorieën voor de Salmonellabesmetting: bij categorie 1 is de besmetting afwezig of heel laag, bij categorie 3 is het bedrijf zwaar besmet, categorie 2 zit daartussenin.
Om de Salmonellastatus van een bedrijf vast te stellen wordt er drie keer per jaar bloed onderzocht. Dat kan op het bedrijf maar vaak gebeurt het bij varkens na het slachten. Op basis van de drie voorgaande bloedonderzoeken krijgt het bedrijf dan zijn status.

De Keten Duurzaam Varkensvlees gebruikt de Salmonellastatus bij de begeleiding van de bedrijven, zegt Boerderijcoach en dierenarts Trudy van der Ven-Verschuuren. “Slachterij Westfort wil de status liefst zo laag mogelijk hebben. Bij de aanpak van Salmonella is het dan wel belangrijk om te weten waar de besmetting vandaan komt.” Van der Ven heeft onderzocht of je hierbij gebruik kunt maken van de slofjesmethode. Daarbij loop je met slofjes onder de laarzen door een paar hokken per afdeling. Een methode die ook in gebruik is op vleeskuikenbedrijven.

Uit het onderzoek op 15 varkensbedrijven, vijf uit ieder van de drie categorieën, blijkt dat de slofjesmethode prima werkt. De uitslagen zijn betrouwbaar en te vergelijken met de uitslag van bloedonderzoek. Dat is volgens de bedrijfscoach een flink voordeel want de slofjesmethode is goedkoper, efficiënter en diervriendelijker dan bloedonderzoek. “Je hoeft nu niet op de zeugenbedrijven bloed te tappen om te kijken of de besmetting daar vandaan komt.”

Bij het grootste deel van de Salmonella-besmettingen is het vleesvarkensbedrijf zelf de bron van de besmetting. De heersende opvatting dat de zeugen en jonge biggen besmet zijn en dat de besmetting met de biggen mee komt naar het vleesvarkensbedrijf is dus vaak niet juist. In minstens de helft van de gevallen raken de biggen pas besmet op het vleesvarkensbedrijf. Bij het onderzoek bleek dat in 23 procent van de gevallen de besmetting ontstaat bij de zeugenhouder, of tijdens het transport. In 27 procent van de gevallen was het nog niet duidelijk waar de oorzaak van de besmetting ligt. Dan is aanvullend bloedonderzoek nodig.

Op de meeste besmette bedrijven (categorie 2 en 3) werd al tijdens het onderzoek gestart met de aanpak van de Salmonellabesmetting. Die aanpak is niet op ieder bedrijf hetzelfde, zegt Van der Ven. “Het hangt er om te beginnen van af of de besmetting al met de biggen mee komt of niet. Komen er steeds weer opnieuw besmette biggen op het bedrijf dan moet je daar beginnen. Bij meer dan de helft van de bedrijven zit het dus op het vleesvarkensbedrijf zelf. Dan ga je verder kijken naar de mogelijke bronnen: komt het bijvoorbeeld vanuit de mest in de putten, via ongedierte of zijn de looplijnen niet goed, of moet de ontsmetting beter. Samen met de vaste dierenarts van de varkenshouder kijken we daar naar.”

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer