Maatschappelijke weerstand jaagt voerinnovaties aan

“Mijn ambitie is proeftuin Nederland een goede positie te laten houden bij het voeden van de wereld. Ofwel: blijvend werken aan een rendabele land- en tuinbouw ook omwille van het bedrijfsleven, de werkgelegenheid en nationale economie”, stelt Trudy van Megen. Zij is directeur van Feed Design Lab (FDL)  in Wanssum en aanjager van innovaties in de diervoedersector. “Kennisontwikkeling is broodnodig om voorsprong te houden. Bij het voeden van enorm veel monden, horen intensieve en innovatieve voedselproductiemethodes.”

Vanuit FDL en de 100 partnerbedrijven is de jacht naar alternatieve grondstoffen voor het duurzaam – circulair – voeden van dieren in volle gang. “Beter voer maken om bijvoorbeeld varkens kerngezond te houden, zodat de sector zonder antibiotica kan produceren. Dat is dé kans: een hogere gezondheid geeft meer rendement en voldoet aan een toenemende vraag van consumenten die hier meer voor willen betalen.”

Minder fosfaat

Van Megen ziet de ontwikkeling van het ‘gepersonaliseerd’ voeden van varkens dichterbij komen. “Er zijn enorm veel gegevens die gebruikt kunnen worden bij het afstemmen van de voeding op de productie.” Zo is de nationale milieubelasting volgens haar fors te verlagen door speciaal voer te produceren waardoor tot 60 procent minder fosfaat in de mest terecht komt.  “Dat is samen te stellen, maar dan zal een samenwerking van de grond moeten komen om die ontwikkeling gedragen te krijgen, onder andere door deze mest beter te waarderen.”

Algen en insecten

Ook ziet Van Megen veel perspectief in algen en insecten als eiwitbron voor duurzame diervoeders. Multinationals als DSM investeren volgens haar niet voor niets in de algenteelt, met name in het buitenland. “Op zo’n manier zijn regionaal eiwitten te kweken en worden we minder afhankelijk van eiwitrijke grondstoffen van ver weg. Eerst moeten we met name Europese wettelijke obstakels overwinnen: onbekend maakt onbemind. De EU ziet insecten als dieren en die mogen niet in veevoeders worden verwerkt.”

Die hobbels zijn volgen de Feed Design Lab-directeur alleen weg te nemen als de toepassing van die alternatieve eiwitbronnen kan worden geborgd. Hiermee doelt ze op het zekerstellen van de voedselveiligheid. “Het is bijvoorbeeld mogelijk mest te verwerken met  insecten, die we vervolgens weer benutten als eiwitbron in diervoeders. Dat zal gecertificeerd moeten gebeuren en er zal heel goed gecommuniceerd moeten worden. Want de maatschappelijke weerstand tegen de intensieve veehouderij is weerbarstig, ook al is er tegenwoordig veel aandacht voor duurzaamheid. Het is een kwestie van doorbijten,” stelt Van Megen. “Voor insectentelers in Nederland zijn er zeker kansen.”

Meer over Feed Desig Lab.