Veehouders in Noord-Brabant moeten aan strengere provinciale milieuregelgeving (onder meer NH3-emissie verder verlagen) voldoen dan voor juli 2017 was afgesproken. Brabantse varkenshouders die hun activiteiten voortzetten en moeten investeren in het verder verlagen van de emissie van hun stallen en niet het benodigde geld kunnen lenen bij de bank, kunnen een achtergestelde lening aanvragen bij het Transitiefonds Veehouderij.
Eind 2019 zullen nog een deel van deelnemers aan de Stoppersregeling Varkenshouderij een vergunningsaanvraag hebben ingediend voor de vernieuwing van de stallen. Deze varkenshouders zouden anders voor 1 januari 2020 moeten stoppen en kunnen door het aangaan van een lening toch voldoen aan de nieuwste milieuregelgeving. Ondernemers zullen dan wel moeten investeren in een bronaanpak. Het uit het fonds geleende geld mag niet in luchtwassers worden gestoken, tenzij er voor de betreffende veesector nog geen luchtwassysteem is.
Achtergestelde lening
Nationaal Groenfonds draagt 5 miljoen euro bij aan dat fonds en de provincie Noord-Brabant 10 miljoen euro. Nationaal Groenfonds beheert het fonds. Veehouders kunnen een beroep doen op het fonds voor een achtergestelde lening van maximaal 250.000 euro. Zo kan het fonds minimaal 60 ondernemers ondersteunen bij het vernieuwen van bedrijf en verbeteren van de omgevingskwaliteit. Het fonds is meteen in werking gesteld.
Investeringsimpuls
In het verleden heeft de provincie in een vergelijkbare samenwerking met het Nationaal Groenfonds het verplaatsen van veehouderijen mogelijk gemaakt. Die regeling was volgens Gedeputeerde Anne-Marie Spierings - verantwoordelijk voor Agrarische ontwikkeling - erg succesvol.
Jean-Paul Schaaij, directeur van het Nationaal Groenfonds, verwacht dat het Transitiefonds zorgt voor een belangrijke investeringsimpuls op weg naar een duurzame agrarische sector.