Het plan om de subsidie Praktijkleren na 2019 te schrappen ligt nog steeds op tafel bij het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Op Prinsjesdag zal OVW-minister Van Engelshoven uitsluitsel geven over welke zaken veranderen om op termijn zo’n 200 miljoen euro te besparen.
Stel: je bent 16 jaar en komt net vers van het vmbo. Je wil graag met je handen werken. En je weet ook al exact in welke sector of branche je je wilt bekwamen. Met een BBL opleiding op het mbo kan je dan - in plaats van vijf dagen per week naar school - het vak leren in de praktijk: vier dagen aanpakken en leren op een bedrijf en één dag naar school. De voorwaarde is dat je zelf een leerwerkplek vindt.
Meer dan 100.000 bedrijven blijken jaarlijks jongeren op te leiden. Als tegemoetkoming krijgen daar 2.700 euro per leerling per jaar voor. Ook varkenshouders die mbo-leerlingen in de praktijk opleiden, kunnen aanspraak maken op de subsidie praktijkleren. Volgens becijferingen van werkgeversorganisatie VNO-NCW investeert een gemiddeld bedrijf 12.000 euro in een leerling per jaar, waaronder het betalen van lesgeld en salaris. Zonder de subsidie praktijkleren zal één op de vijf leerwerkplekken verdwijnen.
Baat bij BBL
VNO-NCW vindt die plannen om de subsidie Praktijkleren na 2019 te schrappen erg kortzichtig. De overheid zou meer geld kwijt zijn aan studenten die vijf volle dagen per week naar school gaan. Bovendien zijn juist leerlingen die graag met hun handen werken gebaat bij een BBL opleiding. Met een voltijdopleiding is de kans dat ze hun mbo-diploma halen aanzienlijk geringer. Die manier van onderwijs sluit niet aan op de wijze waarop ze het beste en meeste leren. Ook statushouders en mensen die niet de ‘normale’ onderwijsleeftijd hebben, hebben veel baat bij BBL opleidingen. De werkgeversorganisatie blijft aandringen bij OCW op het laten voortbestaan van deze manier van opleiden en het behouden van de subsidie Praktijkleren.
Lees meer over praktijkleren.