Hoogwaardig voer efficiënt gebruiken

Het voer dat de biggen als bijvoeding in het kraamhok krijgen is heel hoogwaardig voer. Varkenshouder René Schepers vond dat er geregeld voer verloren ging omdat het lastig is om met de hand nauwkeurig te voeren. Voerleverancier De Heus erkende het probleem en heeft daarom een oplossing met maatschepjes bedacht. Daarmee is het hoogwaardige voer efficiënt te gebruiken.

De productie van de speciale voeders voor de biggen in het kraamhok gebeurt heel schoon en hygienisch. “Het kost ons veel inspanning om het goed te doen, zegt Michel Ogink, specialist varkenshouderij bij De Heus. “Dat hoogwaardige voer moet dan ook goed terecht komen bij de biggen. In de praktijk lukt dat niet altijd, want als de biggen het niet opeten moet de varkenshouder het voer weggooien. Want het voer moet wel vers blijven. Hygiëne is bij het voeren in het kraamhok erg belangrijk.”

Vier maatschepjes

Om het probleem te tackelen heeft De Heus een systeem met vier verschillende maten schepjes bedacht. Daardoor kan de varkenshouder steeds gemakkelijk dezelfde hoeveelheid voer geven en het mooi langzaam opvoeren. En het is daarmee ook zeker dat iedereen die de biggen bijvoert dezelfde hoeveelheden geeft.
“We adviseren om met het kleinste bakje te beginnen”, zegt Ogink. “In de avond vul je dan alleen bij als het bakje ook leeg is. Als meer dan de helft van de tomen twee keer per dag het bakje schoon leeg eet, ga je naar een grotere maatschep toe. Dat doe je dan weer met het volgende maatschepje.”

Vijf redenen voor bijvoeren

Door op deze wijze bij te voeren blijft het voer vers, gaan alle biggen goed aan het eten en is het voerverlies minimaal. Dat alle biggen aan het eten gaan is volgens Ogink erg belangrijk. “Er zijn vijf redenen waarom biggen in het kraamhok iets erbij moeten eten.”
1. Zorgen dat de biggen er in de eerste week bij blijven. Daartoe kun je vanaf 24 tot 48 uur na de geboorte beginnen met bijvoeren.
2. Groei en ontwikkeling. Met alleen zeugenmelk halen biggen in het kraamhok niet hun groeipotentie. Er zijn extra aminozuren nodig.
3. Leren eten. Hoe hoger de voeropname in het kraamhok, hoe kleiner de speendip.
4. Leren verteren. Een big moet overschakelen van dierlijk naar plantaardig eiwit. Daar moet het maagdarmstelsel alvast aan wennen.
5. Leren drinken. Door bij te voeren krijgt een big dorst en leert ze water drinken. Dat is essentieel want op de dag van spenen moet een big van 7 kilo 700 cc water drinken.

Lees hier over de praktijkervaring met de maatschepjes.