Het goede nieuws voor varkenshouders is dat het mogelijk is Afrikaanse varkenspest buiten het bedrijf te houden. “De ziekte komt niet aanwaaien. Als je de biosecurity goed voor elkaar hebt, dan krijg je het niet”, zei dierenarts Johan Kamp op de Boerenavond van De Oosthof. “Het slechte nieuws is dat de ziekte bij wilde zwijnen jarenlang in stand blijft. Waarbij de mens die besmette voedselresten weggooit kan zorgen voor een snelle verspreiding.”
Bij het voorkomen van Afrikaanse varkenspest op een varkensbedrijf speelt de biosecurity en nogmaals de biosecurity de hoofdrol. Kamp: “De sleutelrol ligt bij transport, voedselresten, wilde zwijnen en menselijk gedrag. Via verontreinigde materialen en transport en via de mens die in contact is geweest met zieke varkens kan de ziekte binnenkomen. Het grootste risico vormen echter besmette voedselresten die bij de varkens terecht komen. Het Afrikaanse varkenspestvirus blijft heel lang besmettelijk in voedsel. Wel een jaar in gedroogd vlees tot jarenlang in bevroren vlees.”
Meer risico op een besmetting met Afrikaanse varkenspest lopen de varkensbedrijven waar de varkens buiten lopen. Kamp raadt aan een dubbele omheining te plaatsen. Dat voorkomt contact met wilde zwijnen en maakt het voor mensen moeilijker de varkens te voeren.
Jarenlang bij wilde zwijnen
Het slechte nieuws is dat Afrikaanse varkenspest jarenlang in stand blijft bij wilde zwijnen. Dat komt omdat de ziekte niet heel erg besmettelijk is. Hierdoor raken niet alle zwijnen besmet. Zwijnen die wel besmet zijn, sterven vrijwel allemaal en in de kadavers kan de ziekte tot wel een jaar overleven. Daardoor kunnen er steeds opnieuw zwijnen besmet raken. Dit is ook de reden dat in België nu intensief wordt gezocht naar kadavers, zowel in als buiten het besmette gebied.
De kans dat Afrikaanse varkenspest via besmette wilde zwijnen naar Nederland komt is niet groot. Via wilde zwijnen verspreidt de ziekte zich met twee tot drie kilometer per jaar. Het duurt dus nog tientallen jaren voordat het op die manier in Nederland is, zelfs als het vanuit België zou komen.
120 kilometer per uur
De mens die besmette voedselresten achterlaat is dan ook een veel groter risico. Kamps: “Die kan de ziekte met 120 kilometer per uur verspreiden. Nieuwe uitbraken blijken ook altijd naast parkeerplaatsen bij snelwegen te starten. Ook in België is dat het geval. Of de ziekte daar ook vandaan komt is niet zeker. Het kan ook zijn dat het is meegekomen met militairen die in Letland hebben geoefend, of dat het via import van wilde zwijnen voor de jacht naar België is gekomen.”
Back yard farms
In België is er gelukkig geen sprake van verspreiding van AVP naar gehouden varkens. In het oosten van Europa is dat wel het geval. Vaak gaat het daar eerst vanuit de wilde zwijnen naar back yard farms en komt het dan uiteindelijk ook bij commerciële bedrijven terecht. Meestal zal dat gebeuren doordat besmette varkens op de back yard bedrijven worden geslacht en verwerkt. Via de mens komen die besmette vleesproducten dan op commerciële bedrijven terecht.
Niet snel ontdekt
Komt Afrikaanse varkenspest een varkensbedrijf binnen, dan wordt dat overigens lang niet altijd snel ontdekt. Het duurt namelijk een paar dagen voordat een besmet varken ook symptomen laat zien. Varkens eten niet en krijgen koorts. De ziekte tast de bloedvatwanden aan, waardoor varkens in- en uitwendige bloedingen krijgen, bijvoorbeeld op de achterhand of op de oren. Het varken sterft door die bloedingen. Maar doordat de virusziekte zich maar heel langzaam verspreidt, is er geen sprake van een hoge uitval en is het niet direct duidelijk dat er sprake is van Afrikaanse varkenspest. Het kan ook een andere ziekte zijn die voor de uitval zorgt. Bij verdachte gevallen is daarom nader onderzoek nodig om te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt.