Luchtwassers kunnen de ammoniakuitstoot in de praktijk wel met minimaal 70 procent verlagen, blijkt uit onderzoek door het Belgische onderzoeksinstituut ILVO. Een geurreductie van 70 procent blijkt voor combiwassers niet haalbaar, wel voor biobedden. Essentieel blijkt een goede controle en goed onderhoud. Door storingen te voorkomen kan de ammoniakuitstoot met minstens 80 procent omlaag.
In opdracht van de Vlaamse overheid zijn op zeven praktijkbedrijven luchtwassers in vier periodes van een jaar gemeten: voorjaar, zomer, herfst en winter. Het waren drie luchtwassers met een biobed, drie luchtwassers met een gecombineerde biologische wasser en één gecombineerde chemische/biologische luchtwasser. Uit het onderzoek blijkt dat de verschillende systemen gemiddeld over het jaar heen minimaal de 70 procent ammoniakreductie halen, zoals dat volgens de voorschriften zou moeten. In dit onderzoek komen de luchtwassers dus tot betere resultaten dan in het onderzoek in Nederland waarbij de gemiddelde ammoniakreductie 59 procent was. Voor wat betreft de geurreductie komen de resultaten beter overeen. De geurreductie bij de combiwassers ligt tussen de 30 en 50 procent. In Nederland was het gemiddeld 40 procent. Het Belgische onderzoek laat daarbij duidelijk zien dat goede controle en goed onderhoud van de wassers tot betere resultaten kan leiden.
Biobed heeft vocht nodig
Bij de biobedden wordt de stallucht van onderaf door een biobed van wortelhout geblazen. Met dit systeem is een hoge verwijdering van zowel ammoniak als geur haalbaar. Een rendement van meer dan 90 procent ammoniak en ruim 80 procent geur is haalbaar. Wel is het biobed gevoelig voor uitdroging en kan een pakket wortelhout een ongelijkmatige dikte hebben. Een van de biobedden had geen bevochtiging en daar vielen de resultaten dan ook tegen. Zeker omdat in dit biobed de laagdikte niet regelmatig was. Omdat lucht de weg van de minste weerstand kiest, is daardoor de verblijftijd korter en het wasresultaat slechter. In de zomer kwam er daardoor zelfs meer ammoniak vrij.
Verstopping lastig
De biologische combiwassers die werden onderzocht, bestonden uit een eerste trap met waswater die het stof uit de lucht haalt en daarachter een of twee trappen met een biologisch waspakket. De best werkende biologische combiwasser haalden voortdurend hoge rendementen, die varieerden van 82 tot 94 procent. De geurverwijdering schommelde rond de 50 procent. Dat is minder dan de 70 procent geurreductie die verwacht wordt van combiwassers. Bij twee van de biologische wassers waren de resultaten goed, maar wat wisselend. Dat kwam omdat er problemen waren met verstopte sproeiers waardoor het waspakket niet overal nat was. Daardoor daalde de ammoniakreductie. Bij de andere wasser ontstond een probleem doordat er waswater was aangevuld met twee ontsmettende stoffen. Daardoor werden de bacteriën die zorgen voor de afbraak van ammoniak en geur gedood. Het onderzoek toont aan dat storingen in een biologische wasser moeten worden voorkomen. Na een storing duurt het enige tijd voordat de bacteriën die voor afbraak van ammoniak en geur zorgen weer goed werken.
Chemische combi stabiel
De chemische combiwasser presteerde op het onderdeel ammoniakreductie heel goed en stabiel. De ammoniakreductie lag steeds boven de 70 procent. Daarbij heeft deze wasser het voordeel dat de chemische trap weer snel is te herstellen. In het onderzoek werd een keer geen zuur aangezogen en toen werkte de wasser dan ook slecht. Dertig minuten na het herstel van de zuuraanvoer was het rendement al weer 76 procent. Na nog iets langer wachten zou het rendement veel beter zijn geweest, verwachten de onderzoekers.
Nadeel van de chemische wasser is dat de geurreductie tegenvalt: die komt op 30 procent uit. Mogelijk komt dat doordat de wasser een duidelijk zure geur produceert. De reductie van varkensgeur lijkt wel goed, al blijft er altijd een lichte varkensgeur merkbaar.
Bekijk hier het Eindrapport luchtwassers en biobedden