Eerst actie tegen wilde zwijnen dan DGF-fonds

De Algemene Ledenvergadering van de POV is het hartgrondig eens met het standpunt van het POV-bestuur ten aanzien van het Diergezondheidsfonds. Er moet eerst actie worden ondernomen om de wilde zwijnenstapel in te dammen, voordat er een convenant wordt gesloten. Dit bleek op de ALV van 8 april.

Dit jaar betalen varkenshouders al een heffing voor het Diergezondheidsfonds. Dat is nog op basis van de oude afspraken die lopen tot eind dit jaar. Volgend jaar moet er weer een nieuw convenant met de overheid worden gesloten voor een periode van vijf jaar. Het POV-bestuur staat op het standpunt dat de sector het nieuwe convenant pas tekent als er actie wordt ondernomen tegen de alsmaar uitdijende wilde zwijnenstapel.

Nulstand afdwingen

Het handhaven van de nulstand wordt door een aantal provincies niet uitgevoerd. De risico’s voor insleep en verspreiding van varkensziekten zoals Afrikaanse varkenspest (AVP) neemt daardoor toe. De POV vindt dat het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselvoorziening (LNV) het handhaven van de nulstand bij de provincies moet afdwingen. Daarover vindt nu overleg plaats met het ministerie van LNV.

Bij het afsluiten van het vorige convenant Diergezondheidsfonds heeft de POV ook een punt gemaakt van de wilde zwijnenstapel. Toen was de afspraak dat de nulstand gehandhaafd zou worden. Dat is de afgelopen jaren dus duidelijk niet gebeurd. Met de dreiging van Afrikaanse varkenspest om de hoek is  het belang van het handhaven van de nulstand flink toegenoemen.

Vergoeding vanuit fonds

Vanuit het DGF-fonds wordt de directe schade bij uitbraken van AVP, klassieke varkenspest, mond-en-klauwzeer en de ziekte van Aujeszky op varkenshouderijbedrijven betaald. Deze gelden worden grotendeels bijeengebracht door varkenshouders. Ook de indirecte (markt)schade komt voor 100 procent voor rekening van de varkenshouders. Het ministerie van LNV betitelt dit als ondernemersrisico. Wel is er een plafond aan het bedrag dat de varkenssector zelf moet betalen.